Vet en cholesterol. Die twee hebben een haat-liefdeverhouding. Er bestaan dan ook een hoop misverstanden, vindt diëtist en diabetesverpleegkundige Harriët Verkoelen. Wij leggen haar vier stellingen voor. Is ze het ermee eens of niet?
Stelling 1: Vet veroorzaakt een hoog cholesterol
Diëtist en diabetesverpleegkundige Harriët Verkoelen: “Dit is wat mij betreft één van de grotere misvattingen. Deze mythe stoelt op een Amerikaans onderzoek uit 1960. Deze studie leek te bewijzen dat verzadigd vet slecht een hoog cholesterol veroorzaakt en zo de kans op hart- en vaatziekten kan vergroten. De conclusie van het onderzoek is al lang en breed ontkracht, mede omdat het slecht was uitgevoerd en de conclusies gekleurd waren. Toch heerst nog steeds de opvatting dat vet eten slecht is. Veel partijen binnen de gezondheidszorg en voedingsmiddelenindustrie houden deze richtlijnen ook nog aan. Voor een deel heeft de voedingsmiddelenindustrie belang bij de foutieve conclusie dat vet slecht voor ons is. Dat biedt ze een mogelijkheid om magere producten als halvarine en light producten op de markt te brengen en te promoten.”
“Toch zijn er vetten die inderdaad niet gezond en zelfs ziekmakend zijn: transvetten. Dit zijn onverzadigde vetten, maar (sterk) bewerkt. Deze transvetten zitten in veel producten om ze langer houdbaar of krokant te maken. Hebben we het over slechte vetten, dan bedoelen we vaak transvetten.”
Stelling 2: Plantaardige vetten zijn gezonder
“Sommigen beweren dat plantaardige, meervoudige onverzadigde vetten gezonder zijn dan dierlijke vetten. Daar ben ik het niet mee eens. Plantaardige vetten – denk aan zonnebloemolie – zijn bijna altijd door de mens gemaakt, en dus ook (sterk) bewerkt. Om plantaardige oliën te produceren, gebruikt de voedingsmiddelenindustrie vaak hexaan. Dat is een chemisch oplosmiddel, vergelijkbaar met wasbenzine. Hierdoor komt er te veel linolzuur – een omega-6-vetzuur – in. Dit chemische productieproces is niet alleen ingewikkeld, maar ook energierovend. Oftewel: niet zo best voor het milieu. Plantaardige vetten zijn dus in mijn optiek niet altijd gezonder voor je cholesterolniveau dan dierlijke vetten. Gebruik in plaats daarvan liever natuurlijke (on)verzadigde vetten, zoals roomboter. Ook koudgeperste olie – zoals ongeraffineerde kokosolie of olijfolie van de eerste persing – is een mooie keuze.”
Stelling 3: Een hoog LDL-cholesterol is ongezond
“De misvatting bestaat dat wanner je LDL-cholesterol te hoog is, de kans op hart- en vaatziekten toeneemt. Dat is niet zo. Dat is namelijk afhankelijk van je HDL-cholesterol. Is je LDL-cholesterol te hoog, dan krijg je vaak cholesterolremmers toegediend. Een hoog LDL-cholesterol ontstaat vaak wanneer je veel buikvet hebt. Dit cholesterol is een antioxidant die ontstekingen opruimt. Als je je LDL-cholesterol met behulp van cholesterolremmers verlaagt, dan kan je lichaam deze ontstekingen dus niet meer opruimen. In plaats van cholesterolremmers te gebruiken, kun je het beste de oorzaak van je probleem verhelpen in plaats van het gevolg. Neem je leefstijl kritisch onder de loep en overweeg een gezonder eetpatroon. Bij voorkeur eentje met meer onbewerkte voeding en minder (snelle) koolhydraten.”
Stelling 4: Met eieren moet je oppassen
“Eieren zaten jaren in het verdomhoekje, omdat het cholesterol bevat en daardoor zou zorgen voor een hoog cholesterol in je lijf. Dat klopt niet. Een hoog cholesterol ontstaat doordat je lever hier meer van aanmaakt om ontstekingen en infecties uit de weg te ruimen. Ik zie vaak een relatie met een overschot aan koolhydraten. Dit teveel aan koolhydraten (suikers) wordt opgeslagen door het lichaam als (buik)vet. En dat is de boosdoener van een te hoog cholesterol. Eten we minder bewerkt en minder (snelle) koolhydraten, dan neemt buikvet vaak af. Dat is gunstig voor je cholesterolniveau. Een hoog cholesterol en hoge bloeddruk zijn vaak signalen dat je moet ingrijpen en je eetpatroon het beste aan kunt passen. En vergeet niet: je lichaam heeft dagelijks drie gram cholesterol nodig om goed te kunnen functioneren. Als je dat niet eet, dan maakt het lichaam het zelf aan.”