Duurzaam tot na de dood — is dit de nieuwe methode die cremeren gaat vervangen?

Resomeren – een milieuvriendelijk alternatief voor cremeren – komt dichterbij in Nederland. Wat houdt het in, en waarom vinden experts dit een goed idee?

Duurzaam tot na de dood: is dit de nieuwe methode die cremeren gaat vervangen?

We scheiden afval, eten biologisch en rijden elektrisch – maar kunnen we ook duurzaam sterven? Volgens de Gezondheidsraad wel. De raad oordeelde onlangs dat resomeren, oftewel het oplossen van een lichaam in vloeistof, voldoet aan alle veiligheidseisen. Daarmee komt dit opvallend duurzame alternatief voor begraven of cremeren ineens een stuk dichterbij.

Wat is resomeren eigenlijk?

Bij resomeren (ook wel alkalische hydrolyse) wordt een lichaam ontbonden in een groot stalen vat met water en kaliumhydroxide. Dat klinkt misschien als iets uit een sciencefictionfilm, maar het is een zorgvuldig gecontroleerd proces dat zo’n drie tot vier uur duurt. Wat overblijft, is een heldere vloeistof en een wit poeder – dat laatste lijkt sterk op de as die na een crematie wordt overgehouden.

Het verschil? Er komt géén CO₂ vrij en er wordt veel minder energie verbruikt dan bij een crematie. Bovendien blijven er geen metalen of andere schadelijke stoffen over die in de aarde terechtkomen. Oftewel: het is een milieuvriendelijke manier om afscheid te nemen – en dat spreekt steeds meer mensen aan.

Een waardige en veilige methode

De Gezondheidsraad heeft onderzocht of resomeren veilig, waardig en duurzaam is. Hun conclusie: ja, op alle drie de punten. Er zijn geen gezondheidsrisico’s, de procedure is hygiënisch en het restproduct kan veilig worden teruggegeven aan de nabestaanden.

Daarmee ligt de bal nu bij de politiek: het Ministerie van Binnenlandse Zaken werkt aan een wetswijziging die het mogelijk moet maken om resomeren officieel toe te staan. De verwachting is dat dit binnen een paar jaar werkelijkheid kan worden.

En wat met composteren dan?

Naast resomeren keek de Gezondheidsraad ook naar humaan composteren – waarbij het lichaam langzaam afbreekt tot compost in een afgesloten cabine. Dat klinkt misschien nog natuurlijker, maar hier plakken voorlopig te veel vraagtekens aan. Er is onvoldoende bewijs dat het volledig veilig is, vooral door het risico op bacteriën en ziektekiemen die zich kunnen verspreiden via de lucht.

Daarom raadt de raad aan om eerst te experimenteren met composteren, voordat het echt wordt toegestaan. Resomeren daarentegen staat al met één been in de toekomst.

Waarom we anders naar de dood gaan kijken

Het gesprek over duurzame uitvaartvormen is niet alleen een technische of politieke kwestie – het zegt ook veel over hoe we naar de dood kijken. Waar cremeren ooit modern was, verschuift nu de aandacht naar milieuvriendelijke alternatieven. Steeds meer mensen willen dat hun laatste daad op aarde ook goed is voor de aarde.

Misschien voelt het nu nog wat onwennig, het idee om “opgelost te worden”. Maar dat dachten we ooit ook over cremeren.

Duurzaamheid
  • Gezondheidsraad, Monuta, Ministerie van Binnenlandse Zaken, RIVM, TNO
  • Canva