Waarom je lichaam liever terugvalt dan volhoudt
Iedereen die ooit flink is afgevallen, kent het: die eerste weken van trots, complimenten en een jeans die eindelijk weer past. En dan, langzaam maar zeker, sluipt het er toch weer in. Niet omdat je opeens anders eet, maar omdat je lichaam zélf lijkt tegen te werken.
Onderzoekers noemen dat fenomeen het ‘geheugen van vetcellen’ – en het zou verklaren waarom mensen die ooit overgewicht hadden, moeilijk op gewicht blijven, zelfs als ze hun leefstijl verbeteren.
Je vetcellen onthouden meer dan je denkt
Tijdens het aankomen zwellen vetcellen op en neemt hun aantal toe. Als je daarna afvalt, worden die vetcellen wel kleiner, maar verdwijnen ze niet. Ze blijven klaarstaan — als lege zakjes die zich snel weer willen vullen zodra er extra calorieën binnenkomen.
Volgens onderzoekers van Harvard Medical School komt dat door zogeheten epigenetische veranderingen: vetcellen onthouden letterlijk dat ze ooit groter waren. Daardoor zijn ze gevoeliger voor het opslaan van vet en sneller geneigd om te groeien als de energie-inname stijgt.
Kort gezegd: je lichaam heeft liever zijn oude ‘comfortzone’ terug dan dat het zich aanpast aan je nieuwe gewicht.
Niet alleen biologie, ook gedrag
Naast die hardnekkige biologie speelt gedrag een grote rol. Wie ooit is afgevallen, herkent het mentale spelletje: eten voelt nooit meer helemaal ontspannen. De angst om aan te komen maakt het moeilijk om een normaal ritme te vinden, terwijl strenge regels juist weer eetbuien kunnen uitlokken.
Psychologen en voedingswetenschappers noemen dit "de mentale nasleep van overgewicht”: het lichaam is lichter, maar het brein nog niet. Daardoor blijft eten langer iets beladens, en dat vergroot helaas de kans op een terugval.
Waarom dat geen slecht nieuws hoeft te zijn
Het goede nieuws: dat je lichaam je oude gewicht probeert te verdedigen, betekent ook dat het zich aanpast aan wat het kent. Wie na afvallen consequent blijft bewegen, voldoende slaapt en eet op vaste tijden, kan dat ‘setpoint’ langzaam verschuiven.
Volgens onderzoekers van het Voedingscentrum duurt het gemiddeld zes maanden tot een jaar voordat je lichaam een nieuw gewicht echt ‘accepteert’. Hoe langer je dat volhoudt, hoe kleiner de kans dat de weegschaal weer stijgt.
Wat helpt om op gewicht te blijven
In plaats van een streng dieet werkt juist een stabiel ritme het best:
- eet regelmatig, zodat je lichaam niet steeds in ‘spaarstand’ schiet
- blijf bewegen, ook buiten de sportschool (wandelen, fietsen, traplopen)
- zorg voor voldoende eiwitten en vezels: die houden je langer verzadigd
- en vooral: accepteer dat je gewicht wat schommelt, dat hoort bij een gezond metabolisme
Afvallen vraagt inzet, maar op gewicht blijven vraagt vooral geduld. Je lichaam heeft gemiddeld zes maanden tot een jaar nodig om dat nieuwe gewicht te ‘omarmen’. Hoe rustiger je dat proces aangaat, hoe groter de kans dat het ook echt blijvend is.
- Quest
- Canva