Onderzoek onthult: zo scheef is de taakverdeling in Nederlandse huishoudens

Een opgeruimd huis, een opgeruimd hoofd?

Minimalistische interieurs, geurende schoonmaakmiddelen, strak georganiseerde kastjes – we willen het allemaal. Toch blijkt de realiteit iets rommeliger. Uit een nieuw onderzoek van Laudius blijkt dat 77 procent van de Nederlanders zich stoort aan een rommelig huis, maar dat 1 op de 8 pas opruimt als het écht uit de hand loopt. En dat heeft alles te maken met opruimstress, uitstelgedrag én… een scheve taakverdeling.

Rommel triggert stress – vooral bij vrouwen

Een stapel ongevouwen was, een aanrecht vol kopjes of kinderspeelgoed dat overal rondslingert: kleine chaos, grote impact. Psychologen weten al langer dat visuele rommel het stressniveau verhoogt. Hoe meer prikkels, hoe minder rust ons brein ervaart. En dat lijkt vooral vrouwen te raken.

{{ trans('customs.newsletter_signup.responsemsg') }}

{{ trans('customs.buttons.signup') }}

Vul een geldig emailadres in. {{ errors . email[0] }}

Volgens het onderzoek vindt meer dan 75 procent van de vrouwen tussen de 35 en 49 jaar dat zij het meeste doen in huis. Bij mannen ligt dat percentage op slechts 25 procent. Nog opvallender: meer dan de helft van de mannen denkt dat de verdeling thuis ‘gelijkwaardig’ is, terwijl slechts 1 op de 5 vrouwen het daar mee eens is.

“Het zijn vaak vrouwen die de mentale lijstjes bijhouden,” zegt het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis. “Zij voelen zich verantwoordelijk voor de orde in huis, ook als ze evenveel werken als hun partner.”

Bekijk ook

Waarom georganiseerde mensen langer leven (en wat dat betekent voor chaoten) | Gezondnu

Altijd op tijd en alles netjes op orde? Het kan zomaar hét geheim zijn achter een langer en gezonder leven.

Van opruimdrang tot uitstelgedrag

We weten dus dat een netjes huis rust geeft – maar waarom lukt dat niet altijd? Een deel van de Nederlanders, ruim 30%, heeft vaste opruimmomenten ingepland, terwijl 34,7 procent meerdere keren per dag opruimt. Voor de rest blijft het bij noodmaatregelen: pas opruimen als het écht te veel wordt.

En dan is er nog de categorie ‘rommel verdwijnt vanzelf’. Ruim 1 op de 3 mensen geeft toe weleens spullen van een huisgenoot stiekem weg te gooien. Vooral alleenstaande ouders doen dat vaker – soms uit frustratie, soms om de orde te bewaren.

Bezoek? Eerst de troep verstoppen

Meer dan de helft van de Nederlanders vindt het gênant om bezoek te ontvangen als het huis rommelig is. Vooral als de (schoon)ouders langskomen, gaat de stofzuiger nog snel een rondje. En eerlijk is eerlijk: we zijn niet alleen streng voor onszelf, maar ook voor anderen. Een kwart van de mannen en 1 op de 5 vrouwen heeft weleens een afspraak afgeslagen omdat het bij de ander te rommelig was.

Waarom een beetje rommel oké is

Een rommelig huis hoeft trouwens niet meteen te betekenen dat je leven uit balans is. Uit verschillende studies blijkt dat mensen met wat ‘gezellige chaos’ soms juist creatiever zijn. De kunst zit ‘m in het verschil tussen functionele rommel en stressrommel. Oftewel: is je huis leefbaar, of loopt je hoofd vol?

Wil je de rust terugvinden, dan helpt het om kleine routines in te bouwen – niet alleen opruimen, maar ook loslaten. Niet elke lade hoeft perfect geordend, en een rommelhoekje is geen karakterfout.