Ongelukkig zijn maakt je gezonder? Dit zegt de wetenschap

Altijd gelukkig zijn? Onmogelijk. Psychologen leggen uit waarom 30 procent van de tijd ongelukkig zijn heel normaal is – en hoe verdriet zelfs ruimte kan maken voor meer geluk en sterkere relaties.

Man en vrouw knuffel op het strand

Gelukkig zijn, dat is misschien wel de ambitie van deze tijd. We lezen boeken over geluk, volgen podcasts en coachingprogramma's en scrollen door Instagram, waar het leven van anderen altijd zonnig lijkt. Twintigers en dertigers zoeken daarbij steeds vaker hulp. Even een uurtje bij de psycholoog om de geest te onderhouden, of samen in relatietherapie om ruzies niet uit de hand te laten lopen: het is allang geen taboe meer.

En dat is een enorme stap vooruit vergeleken met eerdere generaties, toen psychische hulp vaak gelijkstond aan ‘iets ernstigs mankeren’. Maar er zit ook een keerzijde aan die zoektocht naar geluk. Want hoe meer we geloven dat het leven maakbaar is, hoe moeilijker het wordt om te accepteren dat we ook periodes hebben waarin we niet gelukkig zijn.

Dertig procent van de tijd gelukkig

Psycholoog Thijs Launspach zegt het vrij duidelijk: ‘Dertig procent van de tijd ongelukkig zijn is normaal.’ Toch voelt dat voor veel mensen ongemakkelijk. Want stel dat je even niet goed in je vel zit, of dat je relatie stroef loopt, dan bekruipt al snel de gedachte: dit moet ik fixen. Terwijl tegenslag, verdriet of twijfel simpelweg ook onderdeel zijn van ons leven.

Hoogleraar psychiatrie Damiaan Denys noemt het zelfs gezond: ‘De mens is op zijn best als hij een beetje lijdt.’ Dat klinkt zwaar, maar het betekent eigenlijk dat juist de mindere momenten ons sterker maken. Wie nooit verdriet kent, voelt geluk ook minder intens.

Ruzie over de was

Ook in relaties zie je die ontwikkeling terug. Relatietherapeuten krijgen steeds vaker jonge stellen over de vloer. Niet pas na tien jaar huwelijk en een berg onverwerkte ruzies, maar soms al na een paar jaar samenwonen. Vaak gaat het dan niet om grote problemen, maar om kleine ergernissen die zich opstapelen: ruzie over de was, over verjaardagen van schoonfamilie of over wie nu weer de vaatwasser moet uitruimen.

Die stellen zoeken dus hulp om te voorkomen dat dit soort irritaties uitgroeien tot grote problemen. En dat kan heel waardevol zijn: door problemen vroeg te bespreken, blijven ze overzichtelijk en leer je patronen makkelijker doorbreken.

Toch zit er ook een keerzijde aan deze trend. Want niet elke ruzie of dip hoeft meteen door een professional opgelost te worden. Een beetje wrijving hoort bij samenleven, en juist door daar samen je weg in te vinden, wordt een relatie sterker. Het draait dus om balans: hulp zoeken als je vastloopt, maar ook accepteren dat niet alles altijd vlekkeloos hoeft te gaan.

Het taboe is weg

Wat ook opvalt: jongeren schamen zich er niet voor. Zinnen als ‘Mijn psych zei...’ vliegen net zo makkelijk door de groepsapp als ‘Mijn fysio zei...’. Voor sommigen voelt het bezoek aan een psycholoog zelfs als een mentale sportschool: onderhoud voor de geest, net zoals je lichaam af en toe beweging nodig heeft. Zelfs prinses Amalia maakte er geen geheim van dat ze eens in de zoveel tijd een psycholoog bezoekt.

De valkuil van altijd gelukkig moeten zijn

Toch zit er een addertje onder het gras. Want in de coachingwereld en op social media wordt vaak het idee gepromoot dat je elke dag gelukkig kunt en moet zijn. En dat maakt ongelukkig zijn extra lastig. Als je je down voelt, denk je al snel dat er iets mis is met jou. Terwijl het volkomen normaal is.

Het echte probleem ontstaat pas als somberheid je dagelijks leven overneemt, of wanneer paniekaanvallen en angsten je tegenhouden. Dan is het goed en verstandig om professionele hulp te zoeken. Maar af en toe ongelukkig zijn, dat is niet iets om bang van te worden.

Verdriet maakt ruimte voor geluk

Misschien mogen we het vaker zo bekijken: verdriet, ruzies en teleurstellingen horen erbij. Ze maken ons menselijk. Ze zorgen voor verdieping in relaties en brengen ons dichter bij elkaar. En bovenal: ze maken geluk voelbaar.

Of, zoals een therapeut ooit tegen een cliënt zei: ‘Met de deksel van de put op een kiertje, komt er ook weer licht naar binnen.’

Dit artikel is bedoeld om te informeren en te inspireren. We zijn geen psychologen of wetenschappers. Verdriet en tegenslag horen bij het leven – zonder dalen geen pieken. Maar merk je dat je vastloopt of dat somberheid de overhand neemt? Dan is het altijd goed om professionele hulp te zoeken. Een gesprek met je huisarts of psycholoog kan juist verlichting geven. Hulp vragen is nooit verkeerd.

Psyche
  • Volkskrant
  • Canva