Gewoon of mager gehakt: wat is het echte verschil?

Wat betekent dat verschil nu eigenlijk precies voor je gezondheid én de smaak van je gerecht?

Gewoon of mager gehakt: wat is het echte verschil?

Vetgehalte: het echte verschil

Gehakt is voor velen een vaste waarde in de keuken: makkelijk, veelzijdig en lekker. Toch is er één keus die we vaak gedachteloos maken: nemen we gewoon gehakt of mager gehakt?

Het belangrijkste verschil tussen gewoon en mager gehakt zit in het vetpercentage.

  • Gewoon rundergehakt bevat gemiddeld 20 tot 25 procent vet.
  • Mager rundergehakt zit rond de 10 tot 15 procent vet.
  • Er bestaat ook extra mager gehakt, met hooguit 5 procent vet.

Dat vetpercentage bepaalt niet alleen het aantal calorieën, maar ook de smaak, structuur en hoe sappig het vlees blijft tijdens het bakken. Vet zorgt voor smeuïgheid en smaak – minder vet betekent dus vaak een iets droger resultaat.

Hoe wordt mager gehakt gemaakt?

Mager gehakt wordt gemaakt van vleesdelen met minder vet, zoals de bovenbil of de dikke lende. Bij gewoon gehakt gebruikt de slager of fabrikant ook vettere delen, zoals de borst of schouder. Soms wordt het vetgehalte nauwkeurig aangepast door extra vet of juist mager vlees toe te voegen om een constant percentage te krijgen.

Gezondheid: vet is niet per se de vijand

Hoewel mager gehakt minder calorieën bevat, is vet niet altijd ongezond. Onverzadigde vetten – die ook in vlees voorkomen – zijn belangrijk voor je lichaam. Toch geldt: hoe minder verzadigd vet, hoe beter voor je hart en bloedvaten.
Mager gehakt past daarom beter in een bewuste, hartvriendelijke voeding, zeker als je meerdere keren per week vlees eet.

Eiwitten, ijzer en B-vitamines

Goed om te weten: het vetgehalte verandert niets aan het gehalte aan eiwitten, ijzer of B-vitamines. Die blijven ongeveer gelijk. Je krijgt dus nog steeds een goede portie bouwstoffen binnen, ook met mager gehakt.

Koken met gewoon of mager gehakt

Omdat gewoon gehakt vetter is, krimpt het bij het bakken meer – het vet smelt weg. Dat kan betekenen dat je uiteindelijk minder ‘vlees overhoudt’ dan bij mager gehakt.
Mager gehakt vraagt iets meer aandacht: bak het op een lagere temperatuur en voeg eventueel een scheutje olie of wat groente toe om het sappig te houden.

Half-om-half gehakt: smaakvol, maar vetter

Half-om-half gehakt is een mengsel van rund- en varkensvlees en bevat gemiddeld 25 tot 30 procent vet. Dat maakt het doorgaans vetter dan gewoon rundergehakt. Het varkensvlees zorgt wel voor een zachtere structuur en een volle smaak, waardoor het populair is voor gehaktballen en ovenschotels.

Vanuit gezondheidsperspectief is half-om-half gehakt echter minder gunstig. Het hogere vetgehalte betekent meer verzadigd vet en calorieën, terwijl de hoeveelheid eiwitten en vitamines vergelijkbaar blijft met andere soorten gehakt. Regelmatig kiezen voor half-om-half past dus minder goed in een gezond eetpatroon, zeker als je al genoeg dierlijke producten eet.

Wie toch graag voor de volle smaak gaat maar let op vetinname kan het vetgehalte deels compenseren door minder olie of boter te gebruiken tijdens het bakken.

Duurzaam alternatief: plantaardig gehakt

Wil je bewust eten, dan kun je ook kiezen voor plantaardig gehakt. Dat is een prima keuze voor wie minder vlees wil eten of zijn ecologische voetafdruk wil verkleinen. De voedingswaarde verschilt echter sterk per merk: sommige varianten zijn rijk aan eiwitten, andere bevatten vooral vulstoffen of extra zout. Lees dus altijd even het etiket.

Feiten & geheimen
  • Voedingscentrum, RIVM
  • Adobe Stock