Paddenstoelen zijn supergezond – maar één ding doe je beter niet

Vol vitamines, vezels en antioxidanten: paddenstoelen zijn echte gezondheidshelden. Maar waarom kun je ze beter niet zelf plukken?

Paddenstoelen zijn supergezond – maar één ding doe je beter niet

De kracht van een schimmel

Ze duiken overal op zodra het vochtig wordt: dikke boleten onder eiken, bundeltjes oesterzwammen aan boomstammen, en hier en daar de bekende rood-met-witte stippen. Paddenstoelen lijken klein, maar hun invloed is groot — zowel voor je gezondheid als voor de natuur.

Ze bevatten nauwelijks vet of calorieën, maar wél veel vezels, vitamine B2, foliumzuur, kalium en antioxidanten. Daarmee helpen ze je immuunsysteem, spijsvertering en hartgezondheid een handje. Geen wonder dat ze steeds vaker in stoofpotten, risotto’s en vegetarische gerechten belanden.

Toch waarschuwen biologen om het bij kijken en kopen te houden: zelf plukken is geen goed idee.

Waarom je beter niet zelf gaat plukken

In Nederland groeien duizenden paddenstoelsoorten, waarvan een deel eetbaar is — en een ander deel dodelijk giftig. Het verschil is met het blote oog bijna niet te zien. Sommige giftige soorten lijken sterk op onschuldige champignons.

Daarnaast speelt de natuur een belangrijke rol. Wat wij zien als ‘paddenstoel’, is eigenlijk maar een klein deel van het organisme. Onder de grond leeft een uitgestrekt netwerk van schimmeldraden dat bomen voedt en de bodem vruchtbaar houdt. Door te plukken, verstoor je dat evenwicht.

“Elke paddenstoel heeft een functie in het bos,” zegt ecoloog Aldert Gutter. “Ze breken dood materiaal af en voeden planten en dieren. Zonder paddenstoelen zou het ecosysteem instorten.”

Ook nemen wilde paddenstoelen stoffen op uit de bodem, waaronder zware metalen als lood en cadmium. Die kun je beter niet op je bord hebben.

Gezonde keuze: paddenstoelen uit de winkel

Gelukkig is er geen enkele reden om ze te laten staan — in de supermarkt ligt een enorme variatie aan veilige, gekweekte paddenstoelen. Denk aan champignons, shiitakes, oesterzwammen, portobello’s of bundelzwammetjes. Ze worden gecontroleerd geteeld, meestal op compost, houtvezels of koffiedik.

Volgens het Voedingscentrum zijn ze niet alleen lekker, maar ook voedzaam: “Paddenstoelen bevatten antioxidanten en belangrijke vitamines, en leveren bijna geen calorieën. Een perfecte toevoeging aan een gezonde maaltijd.”

Eén waarschuwing: rauw eten is geen goed idee. Paddenstoelen bevatten van nature agaritine, een stof die bij verhitting verdwijnt. Even bakken of stoven is dus altijd beter.

Extra voordeel: natuurlijke vitamine D

Sommige soorten maken vitamine D2 aan wanneer ze daglicht opvangen. Die vitamine ondersteunt de weerstand en helpt je lichaam calcium opnemen. Kweekpaddenstoelen groeien meestal in het donker, maar als je ze thuis even in de zon legt, maken ze zelf wat vitamine D aan.

Toch blijft buiten bewegen de beste bron van D-vitamines: een korte wandeling in het zonlicht levert je meer op dan een extra portie champignons.

Zijn paddenstoelen de nieuwe superfood?

In Azië worden paddenstoelen al eeuwen gebruikt als geneeskrachtig ingrediënt. Ook hier verschijnen steeds vaker supplementen met namen als reishi, cordyceps en lion’s mane. Onderzoek laat zien dat sommige soorten stoffen bevatten die mogelijk het immuunsysteem ondersteunen of ontstekingen remmen, maar harde bewijzen ontbreken nog.

“Ze zijn geen wondermiddel,” zeggen voedingsdeskundige bij het voedingscentrum. “Maar ze passen uitstekend in een gezond, gevarieerd voedingspatroon.”

Eet ze gerust, maar koop ze liever

Of je nu een handje kastanjechampignons in de pan gooit of een risotto maakt met eekhoorntjesbrood: paddenstoelen zijn gezond, duurzaam en veelzijdig. Alleen één ding: laat ze staan in het bos. Zo bescherm je de natuur, en jezelf.

Voeding
  • Voedingscentrum, Wageningen University & Research, Nederlandse Mycologische Vereniging, Universiteit Utrecht, Wereld Kanker Onderzoek Fonds
  • Canva