Wat zit er écht in pesto uit een potje – en waarom het weinig met basilicum te maken heeft

Pesto lijkt gezond, maar veel potjes bevatten amper basilicum. Dit is wat er écht in zit – en hoe je een pure pesto herkent.

Wat zit er écht in pesto uit een potje – en waarom het weinig met basilicum te maken heeft

Pesto uit een potje: hoe ‘vers’ is het eigenlijk?

Een likje pesto door de pasta, op brood of bij een salade: het voelt altijd een beetje alsof je iets gezonds toevoegt. Maar wie denkt dat pesto uit een potje hetzelfde is als de verse Italiaanse variant, komt bedrogen uit. In veel potjes zit namelijk nauwelijks basilicum – en wél flink wat zout, olie en vulmiddel.

De originele pesto alla Genovese bestaat uit basilicum, olijfolie, Parmezaanse kaas, pijnboompitten en knoflook. Simpel, puur en geurend naar Italië. Maar de variant uit de supermarkt lijkt daar vaak nog maar weinig op.

Waarom pesto uit een potje niet zo gezond is

Kijk je op het etiket, dan zie je het meteen: veel pesto uit een potje bevat zonnebloemolie in plaats van olijfolie, cashewnoten in plaats van pijnboompitten en soms minder dan 10 procent basilicum. Daarbovenop komt flink wat zout – soms wel drie keer zoveel als in een zelfgemaakte versie.

Dat is zonde, want juist de verse basilicum en goede olijfolie maken pesto voedzaam. Basilicum bevat antioxidanten en vitamine K, en olijfolie levert gezonde vetten die goed zijn voor hart en bloedvaten. In veel potjes blijven daar maar kleine sporen van over.

De mythe van de 'snelle, gezonde' pesto

We kopen pesto massaal omdat het makkelijk is. Je hoeft niets te snijden, het staat binnen een minuut op tafel en het oogt nog vers ook. Maar qua voedingswaarde lijkt het meer op een saus dan op een kruidenspread. En dat verklaart ook waarom de smaak vaak vlak is: de frisgroene basilicum maakt plaats voor een vettige, zoute pasta die vooral bedoeld is om lang houdbaar te blijven.

Wie de smaak van echte pesto gewend is, proeft het verschil direct. Die supermarktversie heeft weinig met Italië te maken – eerder met efficiëntie en kostenbesparing.

Zo herken je een betere pesto

Toch hoef je niet meteen alles zelf te maken. Let bij het kopen van pesto uit een potje op een paar simpele dingen:

  1. Basilicumpercentage: kies voor minimaal 30 procent basilicum.
  2. Olijfolie bovenaan de ingrediëntenlijst: dat hoort de basis te zijn.
  3. Zout onderaan: hoe lager in de lijst, hoe beter.
  4. Geen rare toevoegingen: geen glucose, melkpoeder of aroma’s.

En als je wél een keer tijd hebt: maak pesto zelf. Het is echt in vijf minuten klaar en blijft in de koelkast zeker een week goed.

De smaak van echt eten

Zelfgemaakte pesto is niet alleen gezonder, maar ook veel smaakvoller. Je ruikt de basilicum, proeft de knoflook en voelt de structuur van de noten nog een beetje. Bovendien bepaal je zelf hoe zout of vet hij wordt.

Dus ja: het potje uit de supermarkt is handig, maar het komt niet in de buurt van de versie die je thuis maakt met een handvol verse bladeren en een scheutje olijfolie. En dat proef je bij elke hap.

Voeding
  • Voedingscentrum, Universiteit van Genua, Harvard School of Public Health.
  • Canva