Wat zijn de hondsdagen eigenlijk?
De periode van 20 juli tot 20 augustus staat bekend als de hondsdagen: traditioneel de warmste en meest broeierige weken van het jaar. Denk: plakkerige nachten, zweet op je bovenlip terwijl je stilzit, benauwde regenbuien en luchtvochtigheid waar je haar spontaan van gaat pluizen.
De naam komt uit de astronomie. Rond deze tijd komt de ster Sirius – de helderste ster aan onze hemel, behorend tot het sterrenbeeld Grote Hond – tegelijk op met de zon. In het oude Egypte was dat het teken dat de Nijl zou overstromen (goed nieuws voor hun landbouw). De Romeinen namen die gedachte over, en zo is de naam blijven hangen.
Wat heeft dat met je eten te maken?
Meer dan je denkt. Want hoewel warmte in de zomer normaal is, komt daar tijdens de hondsdagen vaak extra vocht bij. Het is warm en klam – de perfecte cocktail voor bacteriën, schimmels en andere ongewenste micro-organismen. Die groeien dan ook vrolijk verder, zelfs in je koelkast.
Dat verklaart waarom je fruit sneller beschimmelt, melk of soep ineens zuur ruikt of schift, en vlees of vis binnen een paar uur bedenkelijk begint te ruiken als je het niet meteen koelt. Niet bepaald ideaal voor je versgekochte boodschappen.
Let op voor voedselvergiftiging
Sneller bederf betekent ook: een hoger risico op voedselvergiftiging. Denk aan misselijkheid, buikpijn, diarree – of erger. Juist daarom is het extra belangrijk om tijdens warme, vochtige dagen op je eten te letten: goed koelen, niet te lang buiten de koelkast laten staan, en je zintuigen gebruiken. Ruikt het raar? Ziet het er vreemd uit? Gooi het dan liever weg.
Wat kun je doen tijdens de hondsdagen?
Geen paniek – je hoeft heus niet tot 20 augustus op droog brood te overleven. Gelukkig kun je met een paar simpele aanpassingen de schade in je koelkast (en daarbuiten) flink beperken. Kleine moeite, groot verschil:
- Doe wat vaker kleine boodschappen. Laat die volle winkelkar even voor wat-ie is, en haal om de paar dagen vers. Zo voorkom je dat eten ligt te verpieteren voordat je eraan toekomt.
- Check je koelkasttemperatuur. Rond de 4 graden is ideaal. Warmer? Dan krijgen bacteriën vrij spel.
- Laat eten niet te lang buiten de koelkast staan. Zeker restjes, zuivel en vleeswaren zijn daar gevoelig voor. Zet ze liever wat te vroeg terug dan te laat.
- Bewaar fruit slim. Kies een koele, donkere plek. En wist je dat sommige fruitsoorten (zoals bananen en appels) elkaars rijping versnellen? Leg ze dus niet gezellig samen in de fruitschaal.
- Let op met rauw vlees of vis. Bij voorkeur koop je het op de dag dat je het gaat eten. Geen tijd? Bewaar het dan direct goed gekoeld of vries het in.
- Fruitvliegjes te gast? Zet een schaaltje neer met wat azijn en een druppel afwasmiddel. Werkt verrassend goed.
Kortom: even opletten is genoeg.
De hondsdagen zijn warm, vochtig en… tja, onhandig voor je voorraadkast. Maar zie het positief: dit is het moment om nét wat bewuster om te gaan met versheid, hygiëne en voedselveiligheid.
Of je nu thuis bent of op een bloedhete camping in Zuid-Frankrijk – met een beetje extra aandacht voor wat je eet en hoe je het bewaart, voorkom je buikgedoe (en een hoop voedselverspilling).
Dus nee, je bent niet gek als je appels ineens schimmelen of je soep vreemd ruikt. Je zit gewoon midden in een eeuwenoud, zweterig natuurverschijnsel.
- Happy in Shape, Max, Ahealthylife, Omropfryslan
- Canva