Begin met de meringue (schuim).

Bekleed de bakplaten met bakpapier.

Verwarm de oven voor op 80 °C.

Ontvet een ruime kom met citroensap.

Splits de eieren en doe het wit in de kom (zonder een spoortje eidooier).

Klop het eiwit op en voeg, als het stijf is, de suiker in een straaltje al kloppend toe.

Klop het eiwit tot het een taai mengsel.

Vul de spuitzak en spuit lange dunne banen naast elkaar op het bakpapier.

Laat de meringue vijf uur in de oven drogen.

Neem ze daarna uit de oven, laat ze afkoelen, breek de stengels voorzichtig in staafjes en bewaar die luchtdicht afgesloten.

Door met de ijstaart.

Bekleed de bodem van de vorm met bakpapier.

Doe wat warm water in een kom en laat hierin de rozijnen en cranberries een half uur wellen.

Goed uitlekken.

Verwarm de melk met alle specerijen, inclusief het vanille- en kaneelstokje.

Laat het dertig minute op laag vuur trekken en indampen.

Zeef de melk.

Laat het afkoelen.

Kruimel de koekjes fijn en bestrooi ze gelijkmatig over de springvormbodem.

Klop de slagroom met honderd gram suiker stijf en zet die koud.

Pak een beslagkom en zet die bovenop een pan met kokend water.

Klop hierin de eidooiers met de rest van de suiker tot het dik en licht van kleur is.

Spatel nu het eimengsel, de rozijnen en cranberries door de slagroom en roer er de gekruide melk in straaltjes door.

Schep het mengsel op de koeklaag en laat het een nachtje in de vriezer staan.

De volgende dag maak je de taart voorzichtig los.

Zet hem op een mooie schaal, verdeel de meringuestaafjes erover en bestrooi met granaatappelpitjes.