Elke dag vernieuwen de cellen in ons lichaam zich. Dat klinkt alsof we na een paar jaar een compleet nieuw lijf hebben. Maar waarom blijven we dan niet eeuwig jong?
Als we de weefsels in ons lichaam van heel dichtbij zouden bekijken, zien we dat die zijn opgebouwd uit ‘functionele’ cellen en stamcellen. Dit zijn de bouwstenen van ons lichaam. Als cellen versleten of beschadigd raken, worden ze vervangen door nieuwe cellen. Dat betekent dat een goede stamcel zich opsplitst, waardoor er twee nieuwe cellen ontstaan: een stamcel en een meer functionele cel. Tijdens die deling kijkt de cel eerst nog of het DNA in orde is en voert eventueel een reparatie uit. En de oude cel? In het geval van darmcellen laat je die los en poep je ze uit. Andere cellen worden in het lichaam afgebroken.
Foutjes in het DNA
Als cellen zich delen, ontstaat er niet altijd een gloednieuwe cel – helaas! Stralingsbioloog Rob Coppes vertelde eerder aan gezondNU: “Tijdens de productie van nieuwe cellen ontstaan soms foutjes in het DNA. Cellen zijn slim en kunnen beschadigd DNA-materiaal meestal herkennen en weer repareren. Een niet-delende functionele cel mag ook een paar foutjes bevatten. En zolang je stamcellen de beschadigde cellen kunnen vervangen, is er niets aan de hand. Maar soms overleeft de ‘foute’ cel of hebben zich te veel fouten opgestapeld.”
Meer beschadigde cellen als je ouder wordt
Er zijn ook cellen die blijven zitten, maar het niet meer doen, vertelt Coppes. “Zie het als een soort ‘zombies’. Het gaat om beschadigde cellen die niet doodgaan. Ze verkeren in een slaapstand. Dat is maar beter ook, want als een beschadigde cel gaat delen, kan dat een tumor tot gevolg hebben. Het idee is dat je meer van dit soort cellen hebt naarmate je ouder wordt. Die cellen hebben dus geen functie meer, maar nemen wel een plek in. Als je te veel van dat soort cellen hebt in een bepaald orgaan, kan dat orgaan een functieprobleem krijgen. Op dat moment treedt dus veroudering van je lichaam op.”
Fabel: hersencellen vernieuwen niet
Vaak wordt beweerd dat je met de hoeveelheid hersencellen waarmee je wordt geboren, de rest van je leven moet doen. Klopt dat wel? Nee, vertelt Coppes: “Vroeger dacht men dat hersencellen nooit worden bijgemaakt of vervangen. Dat is niet waar. Ook in je hersenen zitten stamcellen die hersencellen kunnen vervangen, namelijk in de hippocampus en de wand van de hersenkamers. Dat gaat beter wanneer je jong bent dan wanneer je oud bent. Plus, de delingen van zenuwcellen gebeurt wel veel minder vaak in vergelijking met andere lichaamscellen.”
Het effect van roken en stamcellen
Wist je dat te veel roken, alcohol, straling, chemicaliën en vervuilingsgassen slecht zijn voor je cellen? Deze factoren zorgen voor nog meer kans op beschadiging. En er zijn nog drie belangrijke factoren die een rol spelen.
1. Een kortere kralenketting
Elke cel heeft een sliert chromosomen, het DNA. Bij elke celdeling breekt een stukje af en dit wordt niet altijd aangevuld. Na een bepaald aantal delingen kan de lengte te kort zijn om zich opnieuw te delen: je moet het dan doen met de cellen die je hebt.
2. Je lichaam verouderd
Beschadigde cellen zorgen ervoor dat veroudering optreedt, maar het kan ook andersom. Naarmate je ouder wordt, functioneert het herstelmechanisme van het lichaam namelijk minder goed.
3. Stamcellen raken beschadigd
Stamcellen zorgen voor nieuwe cellen, maar kunnen zelf ook beschadigd raken. Het gevolg: er worden minder nieuwe cellen aangemaakt.