Hij of zij bezorgt je slapeloze nachten, klinkt als een luidruchtige kettingzaag en trekt zich weinig aan van een por in de zij. Iedereen kent er wel één: de snurker. Ongeveer vier miljoen Nederlanders snurken elke nacht. Waarom snurkt de één wel en de ander niet? En wat is er tegen te doen? We vroegen het snurk-expert Olivier Tielemans.
Om meteen met de deur in huis te vallen: snurken is niet gevaarlijk. De oorzaak is vrij simpel. Als je slaapt verslappen al je spieren. Veel mensen vergeten dat ook de tong een spier is, die verslapt dus ook. Bij snurkers verplaatst de verslapte tong zich richting de keel en dekt de luchtpijp als het ware af. Het gevolg is dat je moeilijker kunt ademhalen en die vernauwing trillingen veroorzaakt: het snurkende geluid. Toch is er wel een vorm van snurken die minder onschuldig is dan het lijkt.
Ernstige vorm van snurken
“De ernstigste vorm van snurken noemen we slaapapneu. Als je slaapapneu hebt, zakt de tong zo ver weg dat je geen lucht krijgt. Apneu betekent letterlijk ademstop. Je hersenen zullen je automatisch keer op keer wakker laten schrikken om te voorkomen dat je stikt,” zegt Olivier Tielemans van de Kliniek voor Snurken en Apneu. “Het gevolg is dat mensen met slaapapneu nooit de REM-slaap, de meest diepe slaap, bereiken en zuurstof tekort komen. Dat geeft vooral klachten zoals vermoeidheid, prikkelbaarheid en een altijd brak gevoel. Maar het kan ook zo ernstig zijn dat mensen uiteindelijk overlijden aan hartfalen.”
60 procent van de snurkers is man en 40 procent vrouw
Iemand met een dikke tong en kleine keeldoorgang heeft de pech sneller last te hebben van snurken. Lichaamsbouw speelt een hierbij belangrijke rol. Mannen zijn over het algemeen robuuster gebouwd en snurker daarom vaker. Van alle vier miljoen snurkers in Nederland is 60 procent man en 40 procent vrouw. “Snurkers kunnen er vaak niets aan doen: het zit in de genen. Als je ouders of broers en zussen snurken, doe jij dat meestal ook. Maar dat is niet het enige; alcohol, overgewicht en medicatie kunnen ook voor een ronkend geluid zorgen. Als je elke avond met een wijntje op naar bed gaat, is de kans groter dat je gaat snurken. Dat geldt voor alles wat spierverslappend werkt. Meestal krijg je er meer last van als je de dertig bent gepasseerd. Met de jaren wordt alles minder soepel en je spieren worden slapper.”
Meer kans op snurken door een te dikke buik
Wie ook tot de groep snurkers behoren zijn zwangere vrouwen: een dikke buik kan drukken op het middenrif en de keel en daardoor weer voor vernauwing zorgen. Diezelfde dikke buik speelt ook een rol bij mensen die te zwaar zijn. Mensen met overgewicht zijn vaker snurkers. Maar bij vrouwen kunnen ook hormonen een rol spelen. Tielemans: “Wat bij vrouwen veel voorkomt is dat een verstoring van de hormoonhuishouding, bijvoorbeeld in de overgang, het snurken kan veroorzaken. Vaak is de schildklier de boosdoener, als die verstoort raakt kan die opzetten. Al is dat slechts een klein beetje kan dit de keel al vernauwen.”
Goed nieuws: aan snurken is wat te doen
Er zijn creatieve oplossingen die het snurken een handje kunnen helpen. Op je zij slapen is een bekende, maar er bestaan ook sprays die je tong ‘wakker houden’ zodat die niet kan verslappen. En het kan nog gekker: er zijn zelfs mensen die een tennisbal in hun pyjama naaien, om niet op hun rug te gaan liggen. Want het klopt inderdaad dat je sneller gaat snurken als je op je rug slaapt. Tielemans ziet veel mensen die al van alles hebben geprobeerd voordat ze bij de snurkkliniek aankloppen. “Meestal helpen al die huis-tuin-en-keukenmiddeltjes maar even, terwijl snurken heel goed te behandelen is. Voor ‘gewone’ snurkers bestaat er een simpele beugel die je ’s nachts moet dragen om je tong op de juiste plek te houden. En dat werkt echt.”
Geen taboe meer
Bij ernstige gevallen van slaapapneu kan een slaapmasker helpen. Een machine naast je bed blaast via het masker meer lucht in de luchtwegen. Door de hoge luchtdruk blijft de keel open zodat ademstops verleden tijd zijn. “Zeker als je slaapapneu hebt, is het belangrijk om er wat aan te doen. Langzaam zien we dat het snurkprobleem uit de taboesfeer komt. Dat is positief. Net als dat je een bril draagt als je slechte ogen hebt of een beugel wanneer je tanden scheef staan, moet het ook de normaalste zaak van de wereld worden dat je hulp zoekt om het snurken te stoppen.”