Niksen. Gewoon even voor je uit staren, je gedachten laten gaan of genieten van het moment, dus zonder telefoon en Netflix. Hoe vaak doe jij dat? Waarschijnlijk (te) weinig of zelfs helemaal niet. Zonde, want niksen is gezond. Dit is waarom.
“Alles goed?”, vraagt je vriendin “Ja, hoor”, antwoord je. “Ik heb het alleen heel druk.” De kans is groot dat je jezelf dit al vaker hebt horen zeggen. Gek is het niet, want wij Nederlanders zijn druk en gestresst. Druk met werk, ons liefdesleven, het huishouden, de kinderen, sporten, gezond eten en ga zo maar door. “Doe dan even rustig aan, even niks”, krijg je terug als goed bedoeld advies. Maar wat is dat eigenlijk: niksen?
Niksen is niet nieuw
Niksen veel meer dan alleen maar nietsdoen, vertelt Olga Mecking in het boek Niksen. Wat het niet is: geen werk, geen emotionele arbeid en geen luiheid of verveling. Niets doen sluit aan op het verlangen naar een eenvoudige, meer minimalistische leefstijl. Een trend dus, zul je denken. Maar het verlangen om niets te doen is niet nieuw. Sterker nog: wij Nederlanders zijn er op vakantie zelfs goed in. Het lijkt er alleen op alsof het geen naam had en dat het dus moeilijk was om erover te praten, aldus Mecking. De kracht van niksen? Niksen helpt je met het loslaten van een deel van die drukte, in plaats van dat het je leven nog drukker maakt. “In deze tijd, waarin iedereen een ongelooflijk druk leven leidt, is het heel bijzonder als je weigert rond te rennen als een kip zonder kop. Naarmate je niksen steeds prettiger gaat vinden, ga je makkelijker weigeren om het zo druk te hebben.”
Goed voor onze hersenen
Even niets doen, echt niets, is om allerlei redenen gezond. We hebben het zelfs nodig. Het helpt tegen stress, maakt je rustiger en kan voor een opgeruimd hoofd zorgen. Onze hersenen kunnen er zelfs beter hun werk door doen. Na een niks-pauze zijn we beter uitgerust, denken we helderder en zijn we beter bestand tegen dagelijkse uitdagingen. Mecking schrijft in haar boek: “We hebben ook gezien dat niksen een positief effect heeft op onze creativiteit, want het geeft ideeën en oplossingen de mogelijkheid om elkaar te vinden, waardoor er nieuwe verbindingen ontstaan.” Maar benadrukt ze, we moeten het vooral doen om het niksen, en niet om er beter door te presteren.
Meer niksen: 3 tips
Dan blijft de belangrijkste vraag nog onbeantwoord, want hoe kun je zelf aan het niksen gaan? Oefenen is belangrijk, want de drang om ‘iets’ te gaan doen is namelijk groot. Je wilt bijvoorbeeld opstaan, je telefoon pakken of toch even gaan rommelen in huis. Hoe vaker je het doet, hoe beter je er in wordt. We delen drie belangrijke tips uit het boek Niksen.
1. Ga niet mee in de cultuur van het druk hebben.
Als je aan het niksen bent, erken dat dan. Als iemand je vraagt wat je tijdens het niksen doet, antwoord dan gewoon: ‘Niets.’ Verontschuldig je niet voor het inlassen van pauzes of het opnemen van vakantiedagen, en als je je schuldig begint te voelen doordat anderen je lui vinden, zie niksen dan niet als een teken dat je lui bent, maar als een belangrijke vaardigheid die je kan helpen om weer wat rust en kalmte in je leven te creëren, en een burn-out te voorkomen.
2. Ga verstandig om met je verwachtingen
Iets leren kost tijd en moeite, dus raak niet ontmoedigd als het niksen niet meteen lukt. Besef dat zitten en nietsdoen in het begin ongemakkelijk kan voelen. Dat is helemaal niet erg. Het is vooral ongemakkelijk als je allerlei klusjes of werk te doen hebt en normaal gesproken pas gas terugneemt als je met alles klaar bent.
3. Reorganiseer je omgeving
Organiseer je huis zodanig dat het niksen-vriendelijk wordt. Comfortabele stoelen, banken en leeshoeken (of hoeken waar je lekker kunt niksen) zijn een geweldige manier om rustig over te gaan tot helemaal niets.