Ineens doken ze op in elke supermarkt: bladmandarijnen, oftewel mandarijnen waar blaadjes aan zitten. Supermarkten kopen ze vaker in en deze citrusvrucht begint langzaam populairder te worden dan de ‘gewone’ mandarijn. Vooral omdat ze verser ogen. Maar zijn ze dat ook echt? En is het een andere soort?
In de rubriek Onder de loep behandelen we een fenomeen waar we van opkijken. Juist onderwerpen die zo simpel lijken, maar dat blijkbaar niet zijn. Drie experts schijnen hun licht erop om zo de zin van de onzin te onderscheiden. Deze keer in de spotlight: bladmandarijnen. Ze lijken verser en daardoor ook gezonder, maar klopt dat wel?
Wat zijn dit voor soort mandarijnen en zijn ze echt verser?
Hetty Crèvecoeur, gezondheidsdeskundige:
“Bladmandarijnen zijn niet per se verser. Ze ogen alleen wel verser doordat de blaadjes er nog aan zitten. Dat vinden wij als consument aantrekkelijk en daarom is er steeds meer vraag naar. Als het om mandarijnen gaat heb je twee soorten. Allereerst heb je de bladmandarijnen die je nu zo veel ziet. Dat zijn clementines. Ze zijn zoet, hebben geen pitjes en zijn wat moeilijker te pellen. De mandarijnen zonder blad, zijn gewoon mandarijnen. Die zijn wat zuurder en zitten losser in hun velletje waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Ook bevatten deze wel pitjes.”
Frank Lindner, campaigner bij foodwatch Nederland:
“Er zijn een aantal kenmerken waarop je kunt letten tijdens het kopen om clementines en ‘gewone’ mandarijnen uit elkaar te houden. De clementine is ten opzichte van de mandarijn meer rond qua vorm. Clementines hebben een strakkere schil dan mandarijnen, waardoor ze wellicht iets moeilijker zijn te pellen. Ook zijn ze meer rood-oranje van kleur, waar mandarijnen wat meer gelig zijn. Bovendien zijn ze iets duurder; ze worden eetrijp van de boom worden geplukt en liggen sneller dan mandarijnen in de winkel. Als het tijd is om mandarijnen te oogsten, zijn ze vaak nog onrijp. Het rijpen van mandarijnen gebeurt meestal in grote cellen.”
“Het blad van de clementine kun je niet lang bewaren; het zou uitdrogen. Vandaar dat telers, handelaren, groenteboeren en supermarkten het laten zitten. Het is een indicatie van versheid. Het mandarijnenseizoen begint in Europa vaak in september en het clementineseizoen een maandje later, meestal in oktober (of soms zelfs november). Clementines zijn tot en met februari verkrijgbaar. Mandarijnen kun je tegenwoordig het hele jaar door kopen. Beide soorten bevatten veel vitamine C, foliumzuur (B12) en vezels. Van clementines wordt beweerd dat ze wat meer mineralen hebben die goed zijn voor de normale werking van het hart en de bloedvaten. Misschien heeft de clementine qua gezondheid daardoor een heel klein streepje voor op de mandarijn. Maar veel is dat niet.”
Anne Lutgerink, woordvoerder bij Het Voedingscentrum:
“Bladmandarijnen worden geoogst met wat blad er nog aan. Dit wekt de indruk dat ze verser zijn, maar dat is daarvan niet af te leiden. In theorie kan elke mandarijn geoogst worden met wat blad eraan. Het ene soort fruit of ras is in ieder geval niet gezonder dan de ander. Alle soorten fruit dragen bij aan onze gezondheid. Voldoende fruit eten en variëren is daarbij belangrijk.”
Foto door Esther Wilhelmsson op Unsplash