Meng de bloem met het water, gist, olie en zout tot een soepel zacht deeg.
Kneed het zo’n vijf minuten goed door.
Laat het deeg vervolgens een uur rijzen met een warme vochtige doek over de kom.
Breng een ruime pan met water aan de kook en blancheer de asperges en tuinbonen in enkele minuten knapperig gaar.
Giet af.
Spoel de groente onder koud water af.
Snijd de courgettes zo dun mogelijk in schuine plakken.
Snijd de lente-ui in dunne ringetjes.
Verwarm de oven voor op 220 ºC.
Halveer het deeg en rol elk stuk deeg met wat bloem eronder uit tot een dunne plak.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Leg hier het deeg op.
Meng de crème fraîche met een derde van de kaas en smeer het over de deegplakken, maar laat de randen vrij.
Leg de groentes mooi verdeeld over de crème fraîchelaag, met daar tussendoor wat plakjes pancetta.
Strooi de overige geraspte kaas erover.
Bak de flammkuchen in zo’n acht minuten gaar.
Garneren met jonge waterkers of slablaadjes en pistachenootjes.