Verwarm de oven voor 120°C.
Breng de kokosmelk met de melk, room en suiker aan de kook.
Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap de zaadjes eruit.
Voeg de zaadjes en het vanillestokje toe en laat het mengsel vijf minuten trekken.
Neem de pan van het vuur, roer de melk beetje bij beetje bij de dooiers, klop het goed door en zeef het.
Schep het schuim en bellen van het mengsel.
Breng een ketel water aan de kook.
Giet het roommengsel in de vormpjes, zet ze in een braadslede en giet er kokend water bij tot ze half onder staan.
Zet de slede in de oven en laat ze in driekwartier garen.
Laat ze afkoelen in de koelkast.
Snijd de schil van de mandarijnen tot op het vruchtvlees en snijd ze in plakjes.
Bestrooi de crèmes met een dun laagje rietsuiker, brand ze lichtbruin met de brander.
Leg er een plakje mandarijn op.