Meng de bloem met het wijnsteenbakpoeder en zeef dit boven een kom.
Roer de yoghurt, het zout en het water er goed door.
Bestuif het aanrecht en je handen met een beetje bloem.
Kneed het deeg zo’n tien minuten tot het lekker soepel is.
Laat het afgedekt een kwartiertje rusten.
Zorg ondertussen dat de bbq goed heet is.
Verdeel het deeg in vier grote of acht kleine porties.
Strooi een beetje bloem op je werkblad en rol het deeg uit tot plakken van ongeveer een halve centimeter dik.
Bestrijk de bbq met een beetje olijfolie.
Gril de broodjes in zo’n twee minuten per kant gaar.
Als ze knapperig en luchtig aanvoelen, zijn ze klaar.
Ga nu aan de slag met de salade.
Snijd hiervoor stevige tofu in grote plakken.
Maak de marinade voor de tofu in een diep bord.
Roer ketjap, citroensap, olijfolie, uitgeperste knoflook, geraspte gember en een half rood pepertje fijngesneden door elkaar.
Hierin leg je de tofu zo lang mogelijk te marineren.
Let op dat alles goed bedekt is.
Blancheer de peultjes twee minuten, spoel ze af met koud water en zet ze even opzij.
Snijd de paksoi in de lengte doormidden en bestrijk deze met wat olie.
Gril de paksoi kort tot hij mooie bruine streepjes krijgt.
Ook de tofu mag een minuutje om en om op de bbq.
De marinade die overblijft, gebruik je als saladedressing.
Giet het water van de peultjes af.
Leg ze op een mooie schaal, leg de paksoi erbovenop samen met de gegrilde tofu en giet tot slot de marinade over de salade.
Maak af met wat koriander en limoensap. Aan tafel!