Leg alle ingrediënten - behalve de zeekraal en de vis - in een grote, ondiepe pan en verwarm dit tot net aan de kook. Houd het goed in de gaten, want de melk mag niet aan de kook komen.
Het mag niet gaan koken! Verwijder de huid van de kabeljauw en snijd de stukken doormidden.
Leg de moten vis in de warme melk en pocheer ze zachtjes in vijf minuten op laag vuur.
Ook nu geldt: blijft er bij, de melk mag niet koken.
Roerbak ondertussen de zeekraal op middelhoog vuur tot hij glazig begint te worden.
Maak de bordjes op met zeekraal en de gepocheerde kabeljauw.
Klop de melk op tot hij gaat schuimen en leg op elk stukje vis een el van het melkschuim.
Garneer met verse peper en citroenrasp.