Een derde van alle mensen in Nederland heeft slaapproblemen. Vier op de tien mensen zeggen dat ze zelfs nagenoeg elke dag slaapproblemen hebben. Bovendien slapen we steeds minder per nacht. Al dat tekort aan slaap, merk je aan jezelf (Moe! Wallen!). Maar ook aan collega’s op je werk of aan je kinderen. Hoe kan het dat zoiets natuurlijks als lekker slapen, soms zo lastig zijn?
Het aantal mensen met slaapklachten neemt toe, zegt het Nederlands Huisartsengenootschap. De meeste mensen proberen het op te lossen door het domweg te negeren. Een groot deel gebruikt slaapmiddelen (1,6 miljoen mensen!). Naar schatting gebruikt een kwart van hen een dergelijk middel chronisch, ondanks de grote nadelen van deze middelen. Maar als we beginnen bij het begin: waarom slapen we eigenlijk? We vragen het aan slaapdeskundige dr. Eus van Someren.
Zijn er altijd al slechte slapers geweest, zolang de mens bestaat?
“Ik denk van wel. Als je kijkt naar slaap in primitieve culturen, zie je dat er ’s nachts altijd mensen wakker moesten blijven, bijvoorbeeld om alarm te slaan als er gevaar dreigde of om het vuurtje aan te houden. Zij zijn misschien wel de voorlopers van de mensen die nú slecht slapen. Tussen de vier en zes procent van alle mensen slaapt langdurig slecht. Als je de criteria wat verruimt, is tien procent regelmatig erg ontevreden over de slaap. Dat is ontzettend veel.”
“Ik vermoed, ook omdat slecht slapen gedeeltelijk in de genen zit, dat er bepaalde voordelen aan hebben gezeten in de evolutie van onze soort. Het is handig als er mensen zijn die ’s nachts gemakkelijk wakker blijven wanneer je leeft in primitieve omstandigheden. De verschillen tussen mensen die goed en slecht slapen, komen voor grofweg de helft door de genen. De andere helft komt door omgevingsfactoren, dus wat je meemaakt, of door een combinatie van genen en omgevingsfactoren.”
Neemt het aantal slechte slapers toe?
“Ik denk dat het aantal slechte slapers op zich niet erg toeneemt. Wat wel verandert, is onze slaapduur. We slapen gemiddeld korter dan bijvoorbeeld een eeuw geleden: één tot anderhalf uur korter. En van de combinatie kort en slecht slapen heb je nog meer last. “
Is slecht slapen een serieus probleem?
“Ja. Als je probeert te meten hoe goed mensen zich voelen, dan zie je dat slechte slapers op alle fronten te lijden hebben, niet minder dan mensen met een andere chronische aandoening. Wat dat betreft moeten we chronische slapeloosheid als een serieuze aandoening zien. Er slapen zó veel mensen slecht, dat je het niet over één soort slechte slaper kunt hebben. Maar hoeveel soorten slechte slapers er bestaan, weten we nog niet.”
Kan een slechte slaper een goede slaper worden?
“Er is een minderheid die een stressvolle gebeurtenis meemaakt en daardoor slecht gaat slapen. Bij hen kan behandeling werken en dan zijn ze gewoon weer goede slapers. Maar de meeste slechte slapers zijn van nature lichte slapers. Met het klimmen der jaren gaan ze daar steeds meer van merken. Misschien hebben ze zelfs een periode waarin ze echt lijden aan slapeloosheid. Ook deze mensen kun je een behandeling geven. Bij de meeste mensen wordt het dan wat beter, maar veel van die mensen blijven toch lichte slapers. Vaak is het niet mogelijk iemand om te toveren tot een heel diepe, rustige slaper. Wat we wel redelijk kunnen – maar helaas ook weer niet bij iedereen – is mensen gereedschap geven waarmee ze slapeloosheid als het zich aandient beter te lijf kunnen gaan.”
Wat voor gereedschap is dat?
“Een deel bestaat uit dingen wél en níet doen. Zoals altijd op een vaste tijd opstaan, ook als je wat later naar bed gaat. Lichaamsbeweging, maar niet vlak voor het slapengaan want dan raak je te opgewonden. De hoeveelheid koffie en alcohol beperken. Er zijn ook mensen die wakker liggen van het piekeren. Bij hen wil het wel eens helpen om ’s morgens een piekeruurtje in te lassen. Dat klinkt raar, maar gewoon even gaan zitten en op je problemen kauwen. Verder kun je de biologische klok in het brein helpen met helder omgevingslicht. Als je elke ochtend een uur lang een wandeling maakt, heb je zowel lichaamsbeweging als licht. Zo is er een hele lijst met dingen waarvan in onderzoek is aangetoond dat ze iets kunnen doen. Maar de meeste van deze dingen werken pas goed als je daar wat langduriger mee doorgaat. De veranderingen in het brein gaan langzaam. En wat voor de één een beetje helpt, doet bij de ander uiteindelijk helemaal niets.”
Stoppen met piekeren als je wilt slapen
Wat veel slechte slapers gemeen hebben, is piekeren. Hun hoofd zit vol en zodra ze liggen, beginnen gedachtes te malen. Het eindeloze malen zorgt ervoor dat het brein te actief is en niet in slaap valt. En als de slaap dan eindelijk komt, is deze slaap door het nog actieve brein te licht; de activiteit zakt wel even een klein beetje, maar niet voldoende. Er hoeft dan maar iets te gebeuren of je bent meteen weer wakker. Maar is het: eens een slechte slaper, altijd een slechte slaper?
Professor dr. Ton Coenen: “Slecht slapen begint vaak met een gebeurtenis in je leven die iedereen kan overkomen, zoals het overlijden van een familielid. In het begin kun je moeilijk in slaap komen omdat je daarover peinst en blijf je dus wakker.”
“Het verdriet wordt na verloop van tijd minder scherp, maar wat vaak blijft is de slechte slaap. Wat begon als een secundaire slaapstoornis die verbonden was aan die gebeurtenis is dan een primaire slapeloosheid geworden. Vervolgens ben je in de aap gelogeerd, want dan ga je op een gegeven moment denken: als ik vannacht maar kan slapen … En dan is het te laat.”
“Er ontstaat een vicieuze cirkel: door te denken dat je niet kunt slapen, lukt het niet om in te slapen, wat de gedachte dat je niet kunt inslapen alleen maar versterkt, enzovoort. Dit gebeurt vooral bij mensen die toch al snel piekeren. Mensen die dingen gemakkelijk van zich af kunnen zetten, het gepeins kunnen stoppen, zijn de goede slapers.”
Oorzaken van slecht slapen:
- piekeren door spanningen
- ’s nachts vaak moeten plassen
- verstoring in het dag-en-nachtritme
- te veel inspanning vlak voor het slapen, zoals sporten, autorijden, vergaderen
- denken dat je niet goed kunt slapen
Waar piekeren slechte slapers over in bed?
- geldzorgen (28%)
- opknapklusjes (27%)
- gezondheid van familieleden (25%)
- weekendplannen (24%)
- wens om af te vallen of conditie te verbeteren (21%)
- snurkende partner (19%)