Rondslingerende snoeren, papierwerk en een kapstok die bijna kapseist onder het gewicht van alle jassen. We komen om in de spullen en kopen ons suf. Spullen wegdoen en het netjes opruimen vinden we een stuk lastiger. Deze tips helpen je kast voor eens en voor altijd op te ruimen.
Je werkplek, keukenkast, kledingrek, voorraadkast, kelder en woonkamer – waarschijnlijk kan zeker één van deze plekken wel een opruimbeurt gebruiken. Is het bij jou snel een troep? Kom je om in de spullen? Weet je niet waar je alles moet laten? Deze opruimtips helpen je op weg:
Tip 1: Stel een doel
Bepaal eerst wat je doel is bij een opruim- en ontspulsessie, is de tip van opruimcoach Noortje Veerman. Is dat rust? Ordening? Of heb je minder plek? Schrijf op wat je doel is en bepaal ook wat hiervoor nodig is. “Geef antwoord op de vraag: hoe ziet jouw ideale kast of plek eruit? Dat kun je omschrijven, tekenen of een moodboard van maken. Zo weet je meteen of je het aanrecht van je keuken leeg wilt, of dat er een pot met keukengerei mag staan.”
Tip 2: Ga kleiner wonen
Het klinkt een beetje flauw, maar de Tiny Houses zijn niet voor niets zo populair. Als je een groot huis hebt, heb je niet de noodzaak om spullen weg te doen: je hebt genoeg ruimte. Lege plekken vul je op, hoe groot een huis ook is. Door in een Tiny House te wonen, ben je genoodzaakt om na te denken over welke spullen je écht nodig hebt en welke niet.
Tip 3: Doe het rustig aan
Pak een opruimsessie niet te groot aan, want dan kijk je om je heen en is de stapel met spullen veel groter geworden, vertelt Veerman in gezondNU. Dat motiveert vaak niet om door te gaan met opruimen. Laat het dus soms even los en neem afstand, om een paar dagen later met frisse moed weer verder te gaan. Zorg er überhaupt voor dat je de tijd neemt voor het opruimen en ontspullen; het is prima als er weinig weggaat. Wacht een half jaar, stel jezelf dan opnieuw de vraag of iets weg kan en de kans is groot dat je meer spullen wegdoet.
Tip 4: Zie spullen niet als je identiteit
In gezondNU legt consumentenpsycholoog Patrick Wessels uit dat veel mensen onbewust een deel van hun identiteit aan hun spullen lenen. Denk aan die duurzame totebag, merkkleding of boeken. Bepalen spullen een groot deel van jouw identiteit, dan is het moeilijker om iets weg te doen. Gelukkig kun je jouw identiteit ook loskoppelen van spullen. Dat doe je door je je identiteit te ontlenen aan minimaal één van deze drie dingen: verbondenheid (een rijk sociaal leven), competentie (denk aan: studie, baan, vrijwilligerswerk) en autonomie (het zelf maken van keuzes). Op die manier zie je spullen als functioneel en niet als belangrijk onderdeel van je identiteit.
Tip 5: Geef spullen weg
Je kent het vast: je hebt de items uit het kerstpakket in je voorraadkast gezet – ook al wist je al lang dat je ze toch niet op ging eten. Geef het weg aan buren, vrienden, familie of een organisatie. Maak een foto en app die naar een paar mensen; er is altijd wel iemand die het lekker, handig of mooi vindt. Wessels: “Iets weggeven geeft veel meer voldoening dan eraan vasthouden of het weggooien.”
Tip 6: Start en eindig met een opgeruimde werkplek
Je hebt een grote schoonmaakactie gehouden, je bureau leeggemaakt, er een doekje overheen gehaald. Nu is het zaak om de ruimte of kast opgeruimd en georganiseerd te houden. Wen jezelf aan om de dag opgeruimd te eindigen (en dus ook te beginnen).
Wil je meer tips over het opruimen en ontspullen van je kasten en woonruimtes? In het novembernummer van gezondNU vind je drie stappenplannen over het opruimen van je werkplek, voorraadkast en kledingkast.