Sinds de komst van het coronavirus (en door het vele thuiszitten) is één ding duidelijk: we zijn bewuster bezig met onze eigen gezondheid en leefstijl. Een klein en positief lichtpuntje in deze onzekere tijden. Welke nieuwe gezonde gewoonten hebben we omarmd?
De beelden van de coronapatiënten op de intensive care hakken er bij veel van ons flink in. Iedereen is het erover eens: het coronavirus is iets om serieus te nemen. En onze gezondheid is ons grootste goed. Toch mogen we in een crisis als deze ook spreken van kleine, positieve veranderingen. Deze vier dingen zijn we vaker gaan doen en dat mag als het om onze gezondheid gaat zo blijven.
1. Handen wassen
Het ligt voor de hand, maar door het vele wassen van onze handen zijn we bewuster met onze hygiëne bezig. Handen wassen is een belangrijke gewoonte geworden. Voor de uitbraak van het coronavirus, wasten we lang niet allemaal netjes onze handen na het plassen en vóór en tijdens het koken. Smerig als je weet dat je zo overal poepbacteriën ‘uitsmeert’. Bovendien kun je zelfs ziek worden van deze bacteriën als je ze op je vinger hebt zitten en ze nietsvermoedend in je mond stopt. Niet zo fris. Vaker onze handen wassen is dus zeker een goede en gezonde gewoonte.
2. Gezonder eten
Deze positieve verandering geldt zeker niet voor heel Nederland, want sommige mensen eten exact hetzelfde of juist onbewust meer, maar toch is er een klein deel wél gezonder gaan eten sinds de lockdown. Volgens een onderzoek van The Future of Food Institute, in opdracht van Upfield onder 1.000 mensen, maakt één op de vier Nederlanders gezondere keuzes. Waarom? Omdat we onze gezondheid en een goede weerstand belangrijker zijn gaan vinden. Zo eet 28 procent meer groente en fruit, 16 procent eet minder vaak vlees en een kwart kookt gezondere gerechten. Ook kant- en klare maaltijden worden minder gegeten.
3. Minder moeten
Uit het niets zaten we ineens bijna allemaal thuis. In het begin zorgde dit juist voor stress, blijkt uit een online enquête van het Trimbos-instituut. Maar de positieve effecten werden ook ingezien: minder of geen reistijd, langer slapen en meer me-time. Simpelweg: minder moeten. Dagelijkse verplichtingen zijn op een veel lager pitje komen te staan. Dat heeft zo zijn voordelen. Er kwam meer tijd voor rust, het gezinsleven en zelfs voor nieuwe hobby’s. Voor veel mensen bleek deze verandering een eyeopener voor hun psychische gezondheid.
4. Bewuster boodschappen doen
Aangezien naar de supermarkt gaan een tijdje ons belangrijkste uitje buiten de deur was, zijn we ook bewuster boodschappen gaan doen. Toen hamsteren nog de orde van de dag was, deden we dit vooral niet: we kochten wat we pakken konden. Maar daarna zijn we beter gaan plannen en vaker met een boodschappenlijstje de supermarkt in gegaan. Het voordeel hiervan is dat je minder impulsaankopen doet en minder snel ongezonde producten in je winkelkar stopt. Volgens een onderzoek van het Voedingscentrum kochten we minder gebak en koek; alcoholische dranken; snoep en chocola; chips en snacks; (frituur)olie en vetten. Nog een voordeel: door onze maaltijden te plannen, gooien we ook minder eten weg. Een win-winsituatie!