Iedereen kent de innerlijke stem die continu je wijst op wat je verkeerd doet: je innerlijke criticus. Zo’n stem kan je een boel stress bezorgen. Wanneer je continu zelfkritiek hebt, lijkt goed namelijk nooit goed genoeg. Wil je hier minder last van hebben? Wij selecteerden 3 tips uit het boek Ik (k)en mijn ikken om je innerlijke criticus de mond te snoeren .
Je innerlijke criticus vergelijkt je vaak met anderen. Wanneer we onszelf erg identificeren met deze kant van onszelf, kunnen we als het ware ‘samensmelten’ met deze stem. Jij bént dan je gedachten, in plaats van dat je gedachten hébt. De kunst is daarom om je wat meer los te maken van deze kant van jezelf.
Wat heb je aan zelfkritiek?
Een innerlijke criticus lijkt vaak heel vervelend, maar we hebben wel degelijk wat aan deze kritische stem. Zonder zelfkritiek kun je nooit over jezelf nadenken en kun je nooit inzien waar verbetermogelijkheden liggen. Zo helpt een innerlijke criticus je reflecteren en verbeteren. Als jong kind leren we al gauw ‘hoe het hoort’ en waar de grenzen liggen. Overschrijden we deze grenzen, dan grijpt je innerlijke criticus in. De innerlijke criticus probeert de kritiek van de buitenwereld als het ware voor te zijn door je alvast zelf te bekritiseren. Deze kritische stem heeft dus goede bedoelingen. Hij handelt vanuit bezorgdheid. Hij zorgt ervoor dat je ‘erbij hoort’, door je erop te wijzen wanneer je gedrag vertoont wat wellicht niet binnen de normen en waarden van de groep past. Iedereen heeft een innerlijke criticus, al is bij de één deze stem aanweziger dan bij de ander. Merk je dat jouw innerlijke criticus wel heel vaak aan het woord is? Dan kan milder voor jezelf zijn de oplossing zijn. Zodra je inziet dat je als mens niet perfect hoeft te zijn, haalt dit een boel last van je schouders. Iedereen is menselijk, dus jij ook. Als je je verzoent met wie je bent, wordt het leven een stuk lichter. Maar hoe word je milder voor jezelf? Deze 3 tips helpen:
1. Overmatige zelfkritiek? Realiseer je dat jij niet je innerlijke criticus bent
Zie zelfkritiek als permanent radiocommentaar op de achtergrond. Dat besef is vaak al een enorme openbaring. Hoe meer je je realiseert dat je innerlijke criticus een stem is, en niet jijzelf, hoe minder grip deze kant op je leven heeft. Wanneer je je kritische kant hoort, kun je zeggen: ‘Hé, ben je daar weer?’ Op die manier neem je afstand van je innerlijke criticus.
2. Vraag je innerlijke criticus waar hij/zij bezorgd over is
Zodra je je meer losgemaakt hebt van je innerlijke criticus, kun je hem of haar vragen waar hij zo bezorgd over is. Er is altijd een bepaalde reden waarom deze stem je waarschuwt. Het is van belang deze zelfkritiek serieus te nemen. Als de innerlijke criticus zich serieus genomen voelt, zal hij minder hard praten. Wanneer je innerlijke criticus bang is, bijvoorbeeld dat je er niet bijhoort als je niet mooi genoeg uitziet, kun je je realiseren dat je innerlijke criticus bang is, maar dat jijzelf niet bang hoeft te zijn. Je kijkt met een afstand naar de angst van je zelfkritiek.
3. Stel je innerlijke criticus gerust
Zodra je innerlijke criticus zich gehoord voelt, kun je hem of haar gerust stellen. Zeg bijvoorbeeld: “Ook als mensen je niet mooi vinden, ben je goed genoeg. Je hoeft niet perfect te zijn, om gewaardeerd te worden.” Zo kun je angst verminderen en je tevredener voelen over jezelf. Zelfkritiek is er dan nog steeds, maar wordt minder scherp van toon.
Wil je meer weten? Het boek Ik (k)en mijn ikken gaat verder in op het ontdekken van verschillende kanten van jezelf en hoe je daar beroep op kunt doen.
Volg ons ook op Instagram, Facebook en TikTok. Ook leuk: neem een kijkje in het magazine en schrijf je in voor de nieuwsbrief.