Metformine is één van de meest gebruikte diabetesmedicijnen. Het wordt vaak als eerste voorgeschreven aan mensen met diabetes type 2 en zorgt ervoor dat je lichaam gevoeliger wordt voor insuline. Een uitkomst voor ruim 650.000 mensen. Maar hoe werkt dit medicijn eigenlijk? Onderzoekers ontdekten dat de darmflora hier een belangrijk rol in speelt.
Voor veel mensen met diabetes type 2 is metformine belangrijk. Het zorgt ervoor dat de lever minder bloedsuiker hoeft aan te maken en de insulinegevoeligheid van de spieren toeneemt. Hoe dit medicijn precies werkt, was lange tijd een raadsel. Onderzoekers zijn nu tot de ontdekking gekomen dat de darmflora hier een belangrijke rol in speelt.
Metformine en de darmflora
Door het gebruik van metformine verandert de darmflora. De onderzoekers zagen bij mensen die dit medicijn gebruiken een toename van de goede darmbacteriën en een afname van de minder goede darmbacteriën. De goede darmbacteriën zorgen er mede voor dat de bloedsuikerspiegel daalt en het lichaam weer gevoelig wordt voor insuline. Waarom deze darmbacteriën zo’n groot verschil maken, weten de onderzoekers nog niet. Wel is bekend dat ze flavonoïden produceren. Deze antioxidanten verlagen het risico op diabetes type 2 en hebben een positief effect op de suikerstofwisseling.
De bijwerkingen van metformine
Het gebruik van metformine is meestal niet zonder bijwerkingen. Veel mensen hebben door dit medicijn last van misselijkheid, braken, diarree, buikpijn of een verminderde weerstand. Om misselijkheid tegen te gaan, wordt vaak geadviseerd om het medicijn bij een maaltijd in te nemen. Langdurig gebruik van metformine kan ook zorgen voor een vitamine B12-tekort. Deze vitamine komt vooral voor in dierlijke producten, zoals melk, melkproducten, vlees, vis en eieren. Je vindt het ook in zeewier. Het is alleen misleidend dat de symptomen van een vitamine B12-tekort erg lijken op de bijwerkingen van metformine. Daarom is het slim om dit bij de huisarts te laten controleren.