Wie denkt dat al het lichaamsvet hetzelfde is, heeft het goed mis. Zo is visceraal vet, ook wel orgaanvet genoemd, echt anders dan onderhuids buikvet. Tijd voor een spoedcursus dus! Wij delen de belangrijkste feiten over het vet wat je liever kwijt bent dan rijk.
1. Een beetje visceraal vet heb je nodig
Een deel van het vet slaat zich direct op onder je huid. Ander vet wordt dieper opgeslagen, het zogenaamde visceraal vet of orgaanvet. Met een beetje van dit vet is niets mis, want het zorgt voor demping rondom je organen. Heb je er te veel van, dan is het een ander verhaal. Zo vergroot het de kans op het krijgen van diabetes type 2, een hoge bloeddruk, verschillende soorten kanker en hart- en vaatziekten. En dat niet alleen: door te veel van dit vet worden de lichaamseigen stoffen minder gevoelig voor insuline. Het effect is dat je bloedsuikerspiegel stijgt en je gevoeliger bent voor het ontwikkelen van diabetes. Ook scheidt dit ontstekingsstoffen uit, waardoor de bloedvaten kunnen beschadigen.
2. Je kunt dit vet ook hebben als je slank bent
Zelfs als je buik platter dan plat is, kun je nog visceraal vet hebben. Hoeveel je hebt is deels genetisch bepaald (bedankt pap en mam!), maar heeft ook verband met leefstijl. Over het algemeen is te zeggen: hoe actiever je bent, hoe beter. Andere inkoppertjes zoals gezond eten, stress voorkomen en genoeg slapen helpen ook om visceraal vet te voorkomen of te verhelpen.
3. Visceraal vet maakt je kwetsbaarder voor het coronavirus
Dat mensen met fors overgewicht kwetsbaarder zijn voor het coronavirus, is waarschijnlijk geen nieuws. Het komt dan waarschijnlijk ook niet als verrassing dat visceraal vet ook een risicofactor is. In dit vet worden namelijk continu hormonen en ontstekingsstoffen aangemaakt waar het immuunsysteem op reageert. Het effect: het immuunsysteem is actiever dan normaal en reageert minder op indringers. Het coronavirus kan zich zo snel vermenigvuldigen, waardoor je zieker wordt.
4. Meten is weten als het om visceraal vet gaat
Meetlint in huis? Mooi! De beste manier om erachter te komen hoeveel visceraal vet je hebt, is via een CT-scan of MRI. Gelukkig is er ook een makkelijkere manier om erachter te komen: door je middelomtrek te meten. Pak je meetlint, sta rechtop en meet je middel tussen de onderkant van je onderste rib en de bovenkant van je bekken. Voor mannen ligt een gezonde middelomtrek tussen de 79 en 94 centimeter, voor vrouwen tussen de 68 en 80 centimeter. Meten is in dit geval dus echt weten.
5. Stress kan de boosdoener zijn
Te veel stress is nergens goed voor, ook niet voor het ontwikkelen van visceraal vet. Als je last hebt van (chronische) stress, dan is de kans groot dat het vet zich opslaat op je buik. Stress zorgt voor de aanmaak van het hormoon cortisol. Dit hormoon zorgt er niet alleen voor dat je meer trek hebt in zoet en vet eten, maar stuurt vet ook regelrecht naar je buik.