Stel er stapt een heel dik persoon de treincoupé in – grote kans dat je dan denkt: ‘Ik hoop niet dat hij naast mij gaat zitten.’ Wie te dik is, krijgt direct en indirect allerlei negatieve afwijzingen te verwerken, zo blijkt uit onderzoek. Het leidt zelfs tot discriminatie. Het gevolg hiervan is groot: “Gewichtsdiscriminatie kan eraan bijdragen dat mensen met een eetbuistoornis meer gaan snoepen.”
Te dik zijn is het ‘eigen schuld, dikke bult’ – die overtuiging wortelt in ons allemaal. Dikke mensen hebben het stempel van lui en weinig discipline, terwijl op slanke mensen onbewust het stempel succes en discipline wordt geplakt.
Aan gewichtsdiscriminatie doet iedereen mee, je buurvrouw, je collega’s en zelfs je baas. En dat is schokkend als je weet dat door iemand te beoordelen op basis van zijn of haar gewicht, dit niet alleen psychische gevolgen heeft maar het ook overgewicht in stand kan houden.
Anorexia is ziekte, overgewicht is zwakte
Waar we anorexia erkennen als ziekte, worden mensen met overgewicht getypeerd als zwak en slap. Het gevolg is dat zij dagelijks geconfronteerd worden met vooroordelen. En dat is kwalijk, weten psycholoog Lisette Zonneveld van RA-medical en Erik Aller van Co-eur, het kennisplatform op het gebied van eetstoornissen en obesitas.
“Gewichtsdiscriminatie is een veelbesproken onderwerp in onze praktijk. Mensen met overgewicht hebben het gevoel niet bij de ‘hippe, slanke’ mensen te horen en raken er zelfs vrienden door kwijt”, vertelt psycholoog Lisette Zonneveld. “Ook op de werkvloer komt het voor dat mensen die te zwaar zijn gediscrimineerd worden. Overgewicht kan een reden zijn voor een werkgever om iemand niet aan te nemen. We houden gewichtsdiscriminatie in stand doordat iedereen, ook jij en ik, nog steeds een vooroordeel hebben over mensen met overgewicht.”
Gewichtsdiscriminatie zet aan tot overgewicht
Iemand die te zwaar is anders behandelen omdat hij of zij geen slank figuur heeft, heeft psychische en lichamelijke gevolgen. Het houdt overgewicht zelfs in stand, blijkt uit een studie van de University College London. Van de drieduizend onderzochte Britse volwassenen, voelde vijf procent zich gediscrimineerd. Deze groep kwam in vier jaar tijd bijna een kilo aan, terwijl de overige deelnemers juist bijna een kilo kwijtraakte. Veel deelnemers bleken respectloos behandeld te worden of kregen een slechte service in winkels en restaurants. Opmerkingen als ‘je moet afvallen’, werken juist averechts. “Gewichtsdiscriminatie kan er juist aan bijdragen dat mensen met een eetbuistoornis meer gaan snoepen. Een eetstoornis- of verslaving ontstaat altijd door psychische schade en veel mensen beseffen dat niet. Er ligt nog steeds een taboe op,” zegt Zonneveld.
Een eetstoornis is een gedragsprobleem
Dat een nieuwslezer met een maatje meer nog nooit op de televisie is verschenen, is volgens de psycholoog een mooi voorbeeld van hoe we gewichtsdiscriminatie in stand houden. “Daarmee wordt indirect het beeld geschetst dat overgewicht niet mag. Net als in alle bladen, waar afvallen de aandacht blijft krijgen.” Mensen met een eetbuistoornis drastisch laten afvallen is helemaal niet gezond. Een eetstoornis is een gedragsprobleem en dan zul je dat dus ook gedragsmatig moeten behandelen, weet Erik Aller van Co-eur. “Als je het gedrag waardoor het overgewicht is ontstaan niet aanpakt, is het risico op een terugval erg groot. Daarom zie je vaak het bekende jojo-effect. Je eet gezond en sport je een slag in de rondte maar uiteindelijk kom je weer aan omdat de kern van het probleem niet wordt aangepakt.”
Psychische hulp kan helpen
Met hulp van een professional die begeleiding biedt bij het aanleren van een gezonde leefstijl én steun van vrienden en familie, kan het lukken om succesvol kilo’s te verliezen. Psychische hulp kan helpen als je je blijft afvragen waarom het niet lukt om een ongezonde eet- en leefstijl te veranderen naar een gezonde, zegt Zonneveld. “De angst om psychische hulp te zoeken is vaak groot, maar het kan je juist zo helpen. Het wordt tijd dat er meer aandacht komt voor gewichtsdiscriminatie en het hebben van een psychisch probleem. Ook met een ‘maatje meer’ mag je er zijn en dat moet veel meer benadrukt worden.”