Je struikelt voor een druk terras, ontdekt een gigantische vlek op je broek of bent je pincode vergeten bij de kassa – iedereen kan wel zo’n schaamtemoment voor de geest halen. Maar waarom kan de één wel door de grond zakken van schaamte terwijl de ander onverschillig zijn schouders ophaalt? We vroegen het psycholoog en schaamte-expert Mattie Tops.
Schaamte is een emotie waar niemand op zit te wachten. Het is het toppunt van ongemak, zorgt voor een rode kleur op je wangen en laat je verlangen naar een gat in de grond om in te verdwijnen. Toch schamen we ons niet voor niets. “Schaamte beschermt ons tegen ongeoorloofd gedrag. Het zorgt ervoor dat we ons aan de heersende normen en waarden blijven houden en niet voortdurend hele rare dingen doen”, vertelt Mattie Tops, psycholoog en onderzoeker naar schaamte. “Van schaamteloze mensen met weinig remmingen, moeten we dan ook vaak niets hebben.”
Groot inlevingsvermogen? Meer schaamte
Dat we ons schamen, heeft alles te maken met de behoefte om bij een groep te horen. “We schamen ons als we iets doen of laten zien wat niet hoort, waardoor we het risico lopen op afkeuring van de groep”, legt Tops uit. Waarom de één zich sneller schaamt dan de ander, is volgens de schaamte-expert een optelsom van verschillende factoren: “Hoe gevoelig je bent voor schaamte, wordt bepaald door een combinatie van aanleg, opvoeding en de groep waarbij je hoort of wilt horen. Onder aanleg valt ook je vermogen om je in te leven in een ander. Dat bepaalt namelijk de mate en intensiteit van de schaamte die je voelt. Je verplaatst je als het ware in de anderen en kunt je invoelen in de afkeuring die ze voor jou voelen.”
Naast inlevingsvermogen, speelt opvoeding ook een rol. “Het zogeheten ‘love withdrawal’ werkt in de hand dat je je sneller schaamt, omdat je eerder het gevoel hebt dat je niet ‘deugt’. Dit fenomeen zie je vooral binnen een dominante, autoritaire opvoedstijl. Doet een kind iets wat niet mag, dan is de straf dat hij wordt genegeerd door zijn ouders en er net wordt gedaan of er niet van hem gehouden wordt. Hierdoor leer je: als ik iets fout doe, wordt er niet van mij gehouden, dan hoor ik er niet meer bij.”
De functie van plaatsvervangende schaamte
Hoe zit het met plaatsvervangende schaamte? “Een manier om sociale uitsluiting te voorkomen, is door jezelf of je gedrag te bekijken vanuit het gezichtspunt van anderen. Dit vermogen en de neiging om dit te doen, maakt je vatbaarder voor plaatsvervangende schaamte.” Dat je je schaamt voor een ander heeft mogelijk een functie: “Plaatsvervangende schaamte kan helpen om je eigen schaamte te trainen en af te stellen. Meestal weet je in situaties immers niet wat anderen werkelijk van je denken. Bij plaatsvervangende schaamte weet je wel wat je van de ander denkt en soms ook wat anderen van die ander denken. Hierdoor kun je leren wat je beter niet kunt doen.”
Wanneer het een obstakel wordt
Dat schaamte ons beschermt tegen ongeoorloofd gedrag, is natuurlijk handig. Maar schaam je je vaak, dan kan het een obstakel worden. “Wie chronisch last heeft van schaamte, kan daar in het dagelijks leven ernstige belemmeringen door ervaren. Je focust je dan te veel op wat anderen van je denken, wat onzeker en geremd maakt. In extreme gevallen kan het zelfs tot depressiviteit of een eetstoornis leiden”, vertelt Tops. “Er zijn nogal wat gradaties van schaamte en de grens tussen gezonde en ongezonde schaamte is niet eenduidig. Maar wie zich vaak geremd voelt en voortdurend denkt: ‘Wat vinden anderen van mij?’, heeft waarschijnlijk last van ongezonde schaamte.”
Wat je volgens Tops vooral niet moet doen, is je schamen omdat je je schaamt. “We voelen ons prettiger als we het gevoel hebben dat we onszelf mogen zijn en onszelf de moeite waard vinden. Het is daarom belangrijk om je niet te schamen voor je schaamte, maar je schaamte en jezelf te accepteren. Mindfulnesstraining kan je helpen schaamtegevoelens niet te vermijden en daarmee triggers van schaamte te verwerken.”