Het is tuinbonentijd! In juni en juli zijn deze bonen verkrijgbaar van Hollandse bodem. Dus oogst nu je tuinbonen uit de moestuin of sla je slag en koop de bonen verser dan vers. Wij verklappen vijf geheimen waardoor je er spontaan trek in krijgt.
Geheim 1: Kies de kleinste tuinbonen
Heb je zelf geen tuinbonen in de moestuin? De bonen zijn ook te vinden bij de groenteboer, op de markt of in de supermarkt. Let er dan bij het uitzoeken op of er genoeg bonen in de peul zitten en of ze niet te groot zijn. Hoe verder je in het tuinbonenseizoen bent, hoe groter, taaier en minder smaakvol de bonen worden. Kleine, verse tuinbonen zijn dan ook het lekkerst. Laat je trouwens niet afschrikken door bruine plekken op de peulen. Dit zijn een soort blauwe plekken en zeggen niets over de kwaliteit van de bonen.
Geheim 2: Dubbeldoppen is de moeite waard
Verse tuinbonen klaarmaken kost een stuk meer tijd dan een potje opendraaien en de bonen opwarmen. Kies je ervoor om de bonen dubbel te doppen, dan wordt het helemaal een tijdrovend klusje. Toch is dit meer dan de moeite waard. Bij dubbeldoppen verwijder je niet alleen de peul, maar ook het bittere vliesje om de boontjes. De smaak wordt hierdoor beter. Om het vliesje te verwijderen, moet je de gedopte bonen twee minuten in licht gezouten water koken. Laat ze afkoelen en maak vervolgens met je nagel een scheurtje in het vliesje; de groene boontjes kun je er zo makkelijk uitdrukken.
Geheim 3: Kook ze heel kort
Als er iets is dat je niet moet doen met tuinbonen, dan is het wel lang koken. Bij verse tuinbonen is vijf à tien minuten voldoende om alle voedingswaarde te behouden. Gedroogde tuinbonen hebben een andere gebruiksaanwijzing. Voor het koken kun je ze het beste tien tot twaalf uur wellen in een kom met water. Zo verkort je de kooktijd. De bonen moeten een uur of twee koken voordat ze gaar zijn. De kooktijd kun je nog iets verkorten door een flinke snuf zout aan het water toe te voegen. Goed om te weten: de schil is niet eetbaar.
Geheim 4: Tuinbonen en bonenkruid is een gouden combinatie
Zeg je tuinbonen, dan zeg je bonenkruid. De peperige smaak van dit kruid past perfect bij deze boon. Andere kruiden die de smaak van tuinbonen ten goede brengen zijn: salie, munt, basilicum, dille, tijm en oregano. Vroeger werden tuinbonen vaak met spekjes of blokjes ham gegeten. Lekker, maar er zijn nog veel meer geweldige smaakcombinaties. Denk aan tuinbonen met geitenkaas, Parmezaanse kaas, feta, ansjovis en een hard gekookt of gepocheerd ei. En wist je dat tuinbonen een goede toevoeging zijn aan je gaucamole? Ze maken de dip wat steviger, waardoor je hem beter kunt oplepelen met tortillachips. Ook kun je van tuinbonen een heerlijke dip maken met zure room, citroensap, knoflook, tahin en verse munt.
Geheim 5: De verse boon kun je rauw eten als snack
In Italië wordt de oogst van de eerste nieuwe tuinboon gevierd. Bij de borrel worden deze knisperverse bonen rauw gegeten. Wil je thuis deze snack proberen, koop de bonen dan verser dan vers. Het liefst zijn ze dezelfde dag nog van het land gekomen. Deze bonen smaken fris en zoet en kun je daarom prima rauw eten. Serveer de bonen met kaas, vleeswaren en een glas (alcoholvrije) wijn.