Voor de één is het een vleesvervanger, voor de ander een gezonde snack. We hebben het over falafel! Dit kikkererwtenballetje is niet alleen in het Midden-Oosten populair, maar maakt ook in ons land veel smaakpapillen blij. En hoewel we het vast niet hoeven te zeggen, doen we het toch: zelfgemaakte falafel is écht superieur aan die uit de winkel. Dus, ga aan de slag met dit stappenplan en maak de perfecte falafel.
Gedroogd of uit blik?
Voor falafel heb je kikkererwten nodig. Deze kun je gedroogd kopen of uit blik. Gedroogde erwten moet je eerst twaalf uur laten weken in een kom met water. Daarna kook je ze zo’n 45 minuten. Kikkererwten kun je bijna niet stuk koken dus laat ze liever iets te lang pruttelen dan te kort. Koop je kikkererwten uit blik? Laat ze uitlekken in een vergiet en droog ze eventueel nog af met een theedoek. Daarna kun je ze pureren.
Kies je kruiden
Wees vooral creatief en kies zelf je favorieten. De traditionele falafel bevat peterselie en komijn. Hier een paar tips om kruiden met de juiste keuken te combineren en zo af te stemmen op het gerecht wat je erbij maakt:
- Italiaanse keuken: basilicum, oregano, peterselie, tijm en rozemarijn
- Griekse keuken: dille, oregano, peterselie, knoflook, munt en laurier
- Arabische keuken: gember, nootmuskaat, zwarte peper en foelie
- Mexicaanse keuken: cayennepeper, chilipoeder, koriander, komijn en oregano
Aan de slag
Plaats de kikkererwten in een kom samen met wat knoflook, olijfolie en bloem. De bloem maakt de falafel wat steviger, waardoor ze straks minder snel uit elkaar vallen. Je kunt eventueel een ei toevoegen voor de stevigheid, maar dat hoeft niet. En dan? Kruiden toevoegen! Nu is het tijd om alle ingrediënten te pureren tot een mooie pasta. Het beste is een keukenmachine, maar een blender of staafmixer doet ook het werk. Zodra de pasta klaar is, rol je er mooie balletjes van. Druk deze een beetje plat en zet het een halfuurtje in de koelkast. In de koelkast geef je de balletjes de kans om op te stijven én krijgen ze tijdens het bakken nog minder de kans om uit elkaar te vallen. Je kunt zelf kiezen of je de balletjes wil frituren of bakken. De gezondere keuze is natuurlijk bakken in een pan. Falafel bak je zo: verhit wat olijfolie in een pan en bak de balletjes mooi goudbruin aan beide kanten. Frituur je het liever? Het is wat minder gezond, maar de balletjes worden wel een stuk knapperiger. Falafel kun je lekker als snack eten, maar als je het ’s avonds op het menu zet, hoort er natuurlijk nog wat bij. Denk aan een pitabroodje met zelfgemaakte knoflooksaus of een couscoussalade. Ook lekker: leg de falafel tussen een (kool)wrap met wat gegrilde groentes.
Volg ons ook op Instagram, Facebook en TikTok. Meer Gezondnu? Neem dan een kijkje in het magazine en schrijf je in voor de nieuwsbrief.