Verwarm de oven voor op 190 graden.

Zeef de bloem.

Snij de boter in blokjes en kneed het door de bloem.

Meng de poedersuiker en zout door het bloemmengsel, kneed er 1 ei door en kneed tot een samenhangend deeg.

Laat het deeg 1 uur in de koelkast in folie rusten.

Maak intussen de rabarber schoon en snij deze in stukken van 8 centimeter.

Verdeel de rabarber over de bodem van een ruime koekenpan.

Strooi er 50 gram kristalsuiker over en voeg 50 milliliter water toe.

Kook de rabarber afgedekt in 5-7 minuten op zacht vuur zacht (net gaar).

Schep de stukken rabarber uit de pan (hou ze heel) en bewaar de siroop.

Snij het vanillestokje in de lengte open en laat deze met melk en room afgedekt tegen de kook aan trekken.

Klop intussen de overige 3 eieren met de overige kristalsuiker en de bloem tot een glad mengsel.

Neem het vanillestokje uit de melk, schraap het merg eruit en roer het merg door de melk.

Roer de warme melk door het eimengsel en giet het mengsel weer terug in de pan.

Laat het mengsel al roerend op laag vuur in 3 minuten binden (mag even bubbelen).

Neem het gebonden mengsel van het vuur.

Rol het deeg uit en bekleed hiermee de bakvorm (ingevet en bestrooid met bloem).

Snij overtollig deeg weg.

Bak de taartbodem 10 minuten blind door een stuk bakpapier over het deeg te leggen en te vullen met een laag blindbakvulling.

Verwijder het bakpapier met de vulling en bak de taart nog 10 minuten.

Schep het mengsel in de taartbodem en leg hierop dwars de uitgelekte stukken rabarber.

Bak de taart in 20 minuten op 180 graden goudbruin en gaar.

Rooster de hazelnoten in een droge koekenpan en hak ze grof.