Begin met het maken van de bouillon.
Hiervoor week je het eekhoorntjesbrood in een kleine kom heet water; de paddenstoelen moeten net onder staan.
Snijd vervolgens de kastanjechampignons, snipper de ui en hak een teen knoflook en de gember grof.
Verwarm olie in een soeppan en voeg de ui, knoflook, gember en tijm toe.
Fruit ze zo’n zes minuten.
Giet het eekhoorntjesbrood af boven een schone pan. Let op: bewaar het vocht!
Bak het eekhoorntjesbrood en de kastanjechampignons in de pan waarin je zojuist onder meer de ui hebt gebakken.
Fruit ze nog vijf minuten mee.
Blus af met witte wijn.
Schenk het vocht van het eekhoorntjesbrood erbij.
Voeg de peperkorrels toe en breng het geheel tegen de kook aan.
Laat het een uur zachtjes trekken.
Zeef de bouillon voorzichtig en laat hem afkoelen.
Breng op smaak met zout.
Nu begin je aan de garnituur.
Snipper de sjalot en een teen knoflook.
Verhit een koekenpan met wat olie en fruit de sjalot en knoflook zo'n drie minuten.
Voeg de paddenstoelenmix toe en bak deze kort mee.
Breng op smaak met zout en peper.
Je garnituur is nu klaar.
Schep de bouillon in kommen of borden en garneer met de paddenstoelmix en de sangokiemen.