Bij spierpijn kun je het beste even op je tanden bijten en door bewegen om door de pijn heen te komen – toch? Nee! 7 feiten over spierpijn en blessures.
1. Een getraind hart
Een hart is een grote spier die je net als alle andere spieren kunt trainen. Door inspanning past je hart zich aan en wordt de gespierde wand sterker en dikker. Ook als je rust, heb je daar voordeel van. Het hart hoeft dan maar weinig inspanning te leveren. Daardoor heeft iemand die fit en getraind is ook een lagere hartslag dan een ongetraind persoon. Doordat het hart sterker is, kan het meer bloed wegpompen en hoeft het dus minder vaak te pompen. Dat geldt niet alleen voor het hart. Ook je longen gaan beter werken als je veel beweegt. Je neemt dan meer zuurstof op, waar je ook in rust voordeel van hebt.
1. Spieren verdwijnen nooit (ook niet als je ze niet gebruikt)
Je spiervezels nemen in dikte af waardoor je spieren kracht verliezen. Dit gebeurt op het moment dat je je spieren niet of nauwelijks gebruikt. De spiervezels verdwijnen niet, dus zodra je weer gaat trainen komt alles weer goed.
2. Hoe ontstaat spierpijn?
Spierpijn wordt veroorzaakt door overbelasting van je spieren. Dit kan alleen overgaan door rust. De verbruikte voedingsstoffen en voorraden moeten weer worden aangevuld en spiervezels kunnen zijn beschadigd. Deze moeten de tijd krijgen om te herstellen. Als je die tijd niet neemt, kun je de spieren meer beschadigen en ze kunnen zelfs scheuren.
3. Elk jaar 3,5 blessures (vooral bij mannen)
In Nederland lopen jaarlijks 3,5 miljoen sporters een blessure op. De meeste blessures, 2,7 miljoen, ontstaan direct, de rest ontstaat geleidelijk. Voor die blessures hebben 1,4 miljoen mensen een medische behandeling nodig. Zij bezoeken de huisarts of fysiotherapeut.
Tweederde van de blessures komt voor bij mannen, jonge sporters (10-24 jaar) en middelbare sporters (35-49 jaar). Ruim zestig procent van de blessures zijn aan de knie of heup. Twintig procent aan de schouder, arm of sleutelbeen. Zaalvoetbal blijkt voor de meeste blessures te zorgen, zwemmen voor het minste aantal.
4. Met wandelen verbrand je meer vetten hardlopen
Bij langduriger rustig bewegen, zoals wandelen, wordt vet afgebroken. Terwijl bij zware inspanning, zoals vijftien minuten hardlopen, het lichaam suikers verbrandt om snel energie vrij te maken. Om die reden is lang wandelen beter om vet te verbranden dan hardlopen.
5. Sport, juist met een chronische aandoening
Lange tijd is gedacht dat sporten met een chronische aandoening alleen maar meer risico zou opleveren voor de gezondheid. Het werd dan ook af geraden. Maar uit de huidige wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat chronische aandoeningen prima gecombineerd kunnen worden met sport en beweging, mits je binnen de richtlijnen blijft. Naast de fysieke voordelen blijken er ook veel psychosociale voordelen aan te zitten, zoals: doorbreken van sociaal isolement, vergroten van onafhankelijkheid, verbetering van zelfbeeld en zelfvertrouwen en toename van het algemeen welbevinden.
7. Aerobic tegen hartproblemen
De Amerikaanse arts Kenneth Cooper ontwikkelde aerobic al in 1968 als een programma tegen hartproblemen. De actrice Jane Fonda wist aerobic eind jaren zeventig tot een ware rage te maken in Amerika. Danseres en zangeres Debbie Jenner flikte hetzelfde kunstje in 1983 in Nederland. Zij zag de rage in Amerika en besloot het in Nederland te introduceren, met succes.
Lees ook het dossier ‘Voedingssupplementen’ op lekkergezond.nl »