Nachtzweten, opvliegers en geen zin meer in seks. Over de overgang doen de wildste verhalen de ronde, die je niet vrolijk maken. Maar is het ook allemaal waar? gezondNU legde de fabels en feiten onder de loep en zocht het uit. Lees hier de opvallendste verzinsels en de keiharde feiten.
1. In de overgang krijg je een droge vagina
Fabel en feit. Vaginale droogheid is een probleem waar 55 procent van de vrouwen in de overgang mee kampt. De hoeveelheid oestrogeen neemt namelijk af, terwijl deze hormonen juist verantwoordelijk zijn voor de bloedtoevoer en het vochtig worden van de vagina. Toch heeft bijna de helft van de vrouwen in de overgang (45 procent) hier geen last van. Jij wel? Dan is glijmiddel het meest voor de hand liggende hulpmiddel. Ook (eenvoudige) oefeningen voor het trainen van je bekkenbodemspieren kunnen helpen en het slikken van vitamine E.
2. In de overgang duurt het langer om opgewonden te raken
Feit. Toch betekent dit niet het einde van een goed seksleven. Het voorspel en intimiteit worden belangrijker. Ook veel jonge vrouwen vinden het moeilijk om een orgasme te krijgen. Op oudere leeftijd wordt vrijen geen kwestie meer van prestatie, maar van samen genieten. Het verschil zit vooral in het tempo. En: minder frequente seks betekent niet dat je seksleven minder goed is.
3. Door de overgang word je dikker
Fabel en feit. Dat kan, maar hoeft niet. Het is een feit dat door de overgang de eierstokken minder oestrogeen gaan produceren. Het lichaam probeert dit te compenseren door dikker te worden. De sleutel tot een gezond gewicht en een slank lichaam is minderen met koolhydraten. Dus geen magere melk en lightproducten, maar meer groente en minder suiker, brood en pasta.
4. Urineverlies is een logisch gevolg van de overgang
Fabel. Urineverlies komt op veel verschillende momenten in het leven van een vrouw voor. Daarom is het ook geen standaard gevolg van de overgang. Wel bepalend voor urineverlies is je leeftijd, je lichamelijke conditie en hoeveel kinderen je hebt gekregen. Het trainen van je bekkenbodemspieren kan het wel helpen voorkomen. Hoe vroeger je begint, hoe beter het is.
5. Je kunt zwanger worden tijdens de overgang
Feit. Zolang je menstrueert, zelfs als het onregelmatig is, heb je een kleine kans om zwanger te worden. Het komt misschien niet vaak voor, maar tijdens de overgang kun je dus nog steeds zwanger worden. Een handig stokpaardje: pas als je een jaar niet meer ongesteld bent geweest, is de kans bijna onmogelijk dat je nog zwanger wordt.