Eten uit eigen tuin, dat klinkt als muziek in de oren. Maar zodra je in je tuin of op je balkon staat, borrelen de vragen op. Want hoe tover je je balkon of tuin om in een eetbaar paradijs? In een serie artikelen vragen we fervente moestuiniers het hemd van het lijf. Dit keer: wat zaai je in de moestuin?
In het eerste en tweede artikel van deze reeks schreven we over het starten van een moestuin en hoe je een moestuin kunt aanleggen op je balkon. Zo rond maart kun je beginnen met zaaien. Maar, wat zaai je? Wat jij het lekkerst vindt natuurlijk! Maar je wilt natuurlijk ook een bruisende moestuin, waar je later de vruchten van plukt. Het moestuinpanel helpt je op weg om de gewassen te kiezen en de plek waar je deze gewassen het beste kunt plaatsen.
Hoe bepaal je wat je zaait?
Jacqueline Stammeijer: “Kies voor biologisch zaadgoed, want die zijn bestand tegen weersomstandigheden en beter voor dier en mens.”
Madelon Oostwoud: “Probeer voor de tuin bij je huis zoveel mogelijk winterharde, dus overblijvende, vaste planten toe te passen. Slaan deze vaste planten goed aan, dan kun je er jaren van oogsten. Voor rozemarijn, tijm, dille, munt, citroenkruid, bergamot en citroenmelisse komt de grondsoort er niet zo op aan. Sterker nog: de meeste vaste eetbare planten zijn helemaal niet zo kieskeurig, ook niet voor wat betreft de hoeveelheid zon die ze nodig hebben. Dat zijn dus makkelijke en fijne planten voor de eetbare tuin.”
Vera Greutink: “Als je het goed doet, kun je het hele jaar van je moestuin geniet. Voor een goede oogstspreiding is het belangrijk om niet alleen aan het begin van het seizoen te zaaien maar ook later, nadat bijvoorbeeld de vroege gewassen zoals erwten, tuinbonen of bladmosterd geoogst zijn.”
Waar zaai je wat?
Jacqueline Stammeijer: “Op een klein stukje grond kan je alles naast elkaar plaatsen, de sla naast de bonen. Als het om een wat groter stuk gaat, deel je het in zessen in. Dan doe je aan wisselteelt. Op de percelen waar vruchtgewassen zoals courgette en aardbeien komen, strooi je meer compost dan op het peulvruchtenveld waarvan de plantjes zelf voedingsstoffen in de grond brengen. De meest gebruikelijke opeenvolging is : koolgewassen na peulgewassen na aardappelen na wortelgewassen na vruchtgewassen na bladgewassen. Als je aardappelen poot mogen deze zeker na vier jaar pas weer op hetzelfde stukje grond geplant worden om de aarde gezond te houden en vrij van wortelaaltjes.”
Madelon Oostwoud: “Zet de planten, voordat je ze in de grond zet, met pot en al op de plaats waar je denkt dat ze goed staan. Je kunt de indeling van de tuin dan van verschillende kanten bekijken en rustig beoordelen voordat je de plantgaten graaft.”
Raden jullie aan om gewassen binnen voor te zaaien?
Jacqueline Stammeijer: “Dat is altijd de moeite en leuk om te doen. Tomaten, pepers, en paprika’s kun je al vanaf februari binnen in de vensterbank zetten. Courgette en pompoen eind april. Ook hiervoor bestaan zaaikalenders en teeltplanningen. De zaden zaai je twee keer zo diep als ze zelf groot zijn. Sommige zaden, zoals basilicum, zijn lichtkiemers en kun je bove nde grond zaaien. Houd ze in het begin goed vochtig. Gaat het ontkiemen, dan volstaat het om om de dag water te geven. Dit bouw je af tot op een week en de planten naar buiten kunnen.”
Madelon Oostwoud: “Ik heb geen groot talent voor het opkweken uit zaad en heb ook niet voldoende ruimte voor een kas. Ik werk dus zelden met zaadjes, bijna altijd met vaste planten. Ik werk alleen met zaad dat je rechtstreeks kunt opbrengen, zoals bloemenzaad.”
Kun je nu al iets doen om te voorkomen dat je straks continu bezig bent met onderhoud?
Jacqueline Stammeijer: “Zeker, je kunt preventief werken. Zorg voor een goede diversiteit: bloemen en groente en bloembollen en groenbemesters om ook weer wat terug te geven aan de grond. Kweek bovendien gewassen die het goed doen op jouw grond. Zo doen kolen het goed op wat zwaardere kleigrond terwijl wortels en pastinaken het beter doen op wat lichtere zandgrond. Anders kost het je heel veel om letterlijk bergen grond te verzetten; maak het zo ecologisch mogelijk wat van nature op deze bodemsoort vanzelf zou groeien.”
Extra tip: schaf een zaaikalender aan of zoek online naar een zaaikalender. Kies voor jezelf of je gaat voor een algemene zaaikalender of een kalender die uitgaat van een biologische moestuin.