We leven in een digitaal luilekkerland. Technologie is overal. Je kunt het zo gek niet bedenken en er is wel een uitvinding voor om het makkelijker te maken. Van maaltijdboxen tot e-bikes en van navigatie tot smartphones. Ondanks deze overdaad aan gemak, lijken we gestrester dan ooit. Hoe kan dat?
Vernuftige uitvindingen genoeg, maar stressgerelateerde klachten nemen alleen maar toe. Eén op de acht werknemers heeft te maken met een burn-out en volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is een depressie in 2020 de op één na belangrijkste ziekte. Ze voorspellen zelfs dat het tien jaar later, in 2030, de belangrijkste ziekte is. Dat klinkt nu nog als de verre toekomst, maar echt ver weg is het niet meer. Hoe kan het dat we ondanks al het gemak dat we hebben, gestrester dan ooit lijken? Psychiater Witte Hoogendijk legt het uit.
1. We zitten in een tussenfase
Witte Hoogendijk: “Dingen lijken door technologie steeds makkelijker te worden, maar zijn het nog niet. Dit komt onder andere door een heleboel kinderziektes waar we nog doorheen moeten. Alles is nog in ontwikkeling en er zijn nu nog veel halffabricaten op markt, zoals de e-mail en de fax vroeger. Deze ontwikkelingen stranden op den duur, maar je investeert er eerst wel veel tijd in. Tijd om het te leren kennen en om eraan te wennen. Als je jong bent, gaat dit makkelijk, op middelbare leeftijd gaat het moeilijk en als je oud bent, gaat het helemaal niet meer. Dat levert allemaal stress op.”
2. We krijgen te veel informatie binnen
“Er is geen belemmering meer in afstand en tijd”, vertelt Hoogendijk. “Dat maakt dat de hele wereld op ieder moment bij je binnen kan komen. En dan is er ook nog eens geen filter op de inhoud. Je kunt niet meer vertrouwen op jouw zuil of omroep die een selectie voor je maakt. Informatie komt nu ongecensureerd bij je binnen. Hierdoor krijgen we twintig keer zoveel informatie over ons heen als twintig jaar geleden. En zelfs het nieuws is een halffabricaat geworden. Vroeger had het een kop en een staart, nu is het heel fragmentarisch. Iedere dag krijgen we een plukje informatie en de volgende dag wordt het weer tegengesproken. Moeten we daar allemaal voor openstaan? Moeten we daar onze tijd wel aan besteden?”
3. Alle ontwikkelingen drijven af van wie we zijn
Hoogendijk: “Je bent met je psyche steeds vaker op een plek waar je lichaam niet is. Je lichaam zit op de bank te niksen en met je psyche maak je de grootste avonturen. Dat vermindert je behoefte om te bewegen of om naar buiten te gaan. Het is eigenlijk heel raar dat we nu, in een heel korte tijd, zo ontzettend passief zijn geworden en veel binnen blijven. Natuurlijk is het leuk en ontspannen, maar het heeft een keerzijde. Al deze ontwikkelingen drijven ons af van wie we zijn en waar we voor gebouwd zijn. Dat maakt dat je minder goed in je vel zit en kwetsbaarder bent voor stress.”
Wel technologie, geen stress – 5 tips
Je smartphone en laptop bij het grofvuil zetten, is waarschijnlijk geen optie. Hoe ga je hier dan toch op een gezonde en stressloze manier?
1. Verminder de stressoren van technologie. “Zorg dat de stressoren minder worden. Zet de eerste twee uur van je werkdag je mobiel uit om dingen te doen die belangrijk voor je zijn”, adviseert Hoogendijk.
2. Troost je met het idee dat je niet de enige bent. Hoogendijk: “Stressgevoelens horen bij de mens. Het is daarom meer een probleem van de soort dan van het individu alleen. Vind troost in het idee dat je niet de enige bent. En laat je niet foppen door Facebook, waar het lijkt alsof iedereen succesvol en gelukkig is. Iedereen heeft dit soort gevoelens.”
3. Geef het juiste voorbeeld. Opvoedcoach Liesbeth Hop: “Ouders moeten een bewustzijnsslag maken. Ze zijn net zo schuldig aan overmatig en bijna dwangmatig smartphonegebruik als hun kinderen. Ouders moeten meer hun opvoedrol pakken en
heel duidelijke regels stellen. Al moeten zij zich daar zelf op de eerste plaats aan houden. Het geluk van het gezin hangt af van de mate waarin er contact is. En als het bewustzijn groeit bij volwassenen, gaat ook het stressniveau enigszins naar beneden. Ook geef je zo een gezond voorbeeld aan je kinderen.”
4. Heb een beetje geduld. Hoogendijk: “Ik verwacht dat het allemaal wel goed komt. Halffabricaten leiden uiteindelijk tot fabricaten die ons vooral gemak zullen geven. Op den duur raken we gewend aan het filteren en selecteren van informatie en weten we hoe we het beste van technologie gebruik kunnen maken, zonder er last van te hebben. Het is een fase waar we nu doorheen moeten.”
5. Focus je op de positieve kant. Hop: “Vergeet ook niet dat technologie heel mooie dingen oplevert. Het is toch geweldig dat een oma in Australië met haar kleinkinderen kan skypen? Belangrijk is alleen dat je de controle houdt. Gelukkig heb je dat voor een deel zelf in de hand.”