Dat je even moet zoeken voordat je suiker op het etiket ziet staan, is geen nieuws. Het houdt zich schuil onder veel verschillende en ingewikkelde namen. Er zit daarom maar één ding op als je minder suiker wilt eten: het etiket onder de loep leggen. Maar doen we dat ook? Wij gingen de straat op.
Bijna alles wat je over een product wilt weten, vind je op het etiket. Maar lees jij het etiket voordat je iets koopt?, vroegen we in een poll op gezondNU.nl. Wat bleek? Merendeel van de mensen, zestig procent, stopt niet iets in hun mandje of boodschappenkarretje voordat ze een blik op het etiket hebben geworpen. Veel mensen kijken op het etiket omdat ze willen weten of het product suiker bevat. Ben jij nog geen expert in het ontmaskeren van suiker? Met dit stappenplan helpen we je een handje:
1. Suikervrij, suikerarm of zonder toegevoegde suikers – de verschillen
Op de voorkant van het etiket zie je vaak suikervrij staan of suikerarm, wat betekent dat?
Suikervrij: Het suikergehalte van het product is maximaal 0,5 gram/100 gram of 0,5 gram per 100 milliliter.
Suikerarm: Het suikergehalte van het product is maximaal 5 gram/100 gram of 2,5 gram/100 milliliter.
Zonder toegevoegde suikers: Er zijn geen suikers of zoetstoffen toegevoegd aan dit product. Op het product moet dan ook staan dat het alleen van nature aanwezige suikers bevat.
2. Kijk of er expliciet suiker op het etiket staat
Staat er suiker op het etiket, dan is het suiker. Denk aan: druivensuiker, maissuiker en rietsuiker.
3. Speur naar termen die eindigen op -ose
Als een term op het etiket eindigt op -ose, is het ook suiker. Zoals fructose, glucose en sacherose.
4. Let op bij stroop, honing, siroop en nectar
En staat er een term op het etiket wat eindigt op stroop, honing, siroop of nectar? Dan zit er ook suiker in het product. Let ook op de Engelse benaming.
5. Maar dadelstroop en ahornsiroop dan?
Stropen en siropen zoals dadelstroop, speltstroop en ahornsiroop worden gemaakt door het product (bijvoorbeeld de dadel), te persen, te koken in water, te filteren en het sap in te laten dikken. Daarom is het ongeraffineerde suiker, suiker die niet is schoongemaakt in de fabriek. Ongeraffineerde suiker bevat nog vezels, mineralen, enzymen en vitaminen. Nuttige stoffen die na het raffineren (en dus bij witte suiker) ontbreken.
6. Herken de (lastige) schuilnamen van suiker
De eerste schuilnamen zijn ontmaskerd, maar er blijven nog een aantal lastige over. Maak een spiekbriefje voor in je portemonnee of sla het op je in mobiel. Hieronder vind je een selectie van de lastigste schuilnamen, er komen er steeds meer bij. En als je dan toch bezig bent. Tackel dan ook meteen de vier grootste suikerbronnen.
Melksuiker • Malt • Maltodextrine • Demerara • Esdoornsiroop • Melasse • Kandij • Blackstrap Molasses • Muscovado • Turbinado • Panocha • Panela • Piloncillo • Treacle
7. Vergeet de glycemische index niet
Wie zin heeft in een extra uitdaging, kan zich verdiepen in de glycemische index. Dit is een maat om aan te geven hoe snel koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose (suiker) in het bloed worden opgenomen. Een handige index die je helpt inschatten hoe snel je bloedsuikerspiegel stijgt en of het snelle of langzame koolhydraten bevat. De GI vind je niet op het etiket. Dit artikel leert je er meer over.