Iemand die een geitenwollen sok is, leeft supergezond en zoekt zijn eigen waarheid. Dat juichen we als gezondNU alleen maar toe! Maar hoe onderscheid je onzinverhalen van feiten die echt belangrijk zijn voor je gezondheid? Want net als de geitenwollensok niet is wat hij lijkt – hij wordt gemaakt van schapenwol! – is ook niet alles wat als gezond feit wordt gepresenteerd waar.
Weet jij nog wat gezonde voeding is en wat niet? Het is soms knap lastig om in het oerwoud van keurmerken, marketingslogans en ‘gezonde’ influencers te bepalen met welke voeding je jouw gezondheid écht een handje kunt helpen. Wij van gezondNU weten dat als het om gezondheid gaat, er niet één waarheid is. Om die reden inspireren en adviseren we jou met betrouwbare informatie en maken we ingewikkelde kwesties begrijpelijk. Dit artikel ontrafelt waarom het zo moeilijk is om de feiten van de fabels te onderscheiden en geeft door middel van inzichten handvatten om vanaf nu gemakkelijker te kunnen kiezen voor gezonde voeding.
Waarom we wijn blijven zien als gezonde voeding
Het klassieke voorbeeld van zo’n urban gezondheidsmythe is rode wijn. Jarenlang waren de verhalen juichend en hoorde wijn bij gezonde voeding; een paar glazen per dag zou goed zijn tegen een verhoogd cholesterol en zelfs beschermen tegen hart- en vaatziekten. Maar we lazen ook dat alcohol de bloeddruk verhoogt en de kans op kanker en een beroerte vergroot. Helaas is het laatste waar; uit herhaald onderzoek blijkt dat regelmatig alcohol drinken meer kapotmaakt dan ons lief is. En rode wijn doet dat net zo hard als bier of jenever.
De Gezondheidsraad koos daarom voor het advies van helemaal geen alcohol drinken. Alcohol kwam in het rijtje van ongezonde voeding. En tóch blijft het positieve imago rond rode wijn hangen. Hoe komt dat? De wens is de vader van de gedachte, vertelt Pieter Dagnelie, hoogleraar Voedingsepidemiologie aan de Universiteit van Maastricht. We willen graag geloven dat wijn goed voor ons is en die boodschap gaat erin als zoete koek. “Het is natuurlijk prettig om te lezen dat wijn goed voor je is als je een wijndrinker bent. Ook nu blijkt dat slechts een klein beetje alcohol al schadelijk is voor onze gezondheid, zal dat niet doordringen, terwijl het positieve effect nog jaren herhaald wordt. Als mens richten we ons op wat ons goed past. Wat we niet willen weten, filteren we weg.”
We denken van uit onze eigen overtuiging
Hoe werkt dit mechanisme? De kennis wat gezond is of juist ongezond, begint als kind. Je krijgt van huis uit mee wat goed voor je is. Zo zijn we in Nederland dol op zout; over de aardappelen, ons eitje en het vlees. Niets mis mee – je oma werd er ook oud mee. Toch? Misschien werd je oma oud, maar zij at geen kant-en-klare producten en chips, waar ook veel zout in zit. Op dit moment consumeert meer dan 85 procent van de Nederlandse bevolking meer zout dan de aanbevolen maximum richtlijn van zes gram per dag. Onze gewoonten kunnen we moeilijk loslaten, en wat erbij komt als voeding tellen we niet mee.
Dagnelie: “We denken, ook als het gaat om ongezonde en gezonde voeding, vanuit onze eigen vooroordelen en overtuigingen. Als iemand daar een andere mening over heeft, staan we daar niet direct voor open. Dit zie je overduidelijk bij genotsmiddelen zoals alcohol, sigaretten en drugs. Niemand kan beweren dat roken gezond is, maar als dit jouw gewoonte is, zul je je afsluiten voor wat je niet wilt horen.” Dit beïnvloedt ook hoe we onderzoeken en nieuws over gezondheid lezen en selecteren. Soms zonder dat we het zelf doorhebben, schuiven we onbewust het nieuws dat niet bij ons past weg. “We lezen graag onze eigen krant en websites, dat past in je visie, maar versterkt ook je vooroordelen.”
Minder vertrouwen in de industrie
Bij onze mening over gezonde voeding gebeurt dit ook. Iedereen eet en heeft er dus een mening over. Vooral op internet struikel je over de blogs van foodies die suiker vergif noemen en de oorlog verklaren aan brood. Niets mis mee, als je zo’n blog ter inspiratie leest. Maar als je niet weet dat de bloggers schrijven vanuit een sterke persoonlijke overtuiging en geen medische opleiding hebben of diëtist of wetenschapper zijn, wordt hun mening wat meer discutabel.
Aan de andere kant: raken die meningen stiekem wel kant en wal? Veel mensen vertrouwen de adviezen van officiële instanties niet meer blindelings. Dagnelie: “Die bezorgdheid is begrijpelijk. Aan producten wordt van alles toegevoegd en dat krijgt het stempel ‘veilig’, terwijl er vroeger nauwelijks hulpstoffen waren en geen fast foods of sterk industrieel bewerkte voedingsmiddelen. Dat mensen bang zijn voor het onbekende dat in ons eten zit, is dus niet verrassend.”
(on)gezonde voeding
Die zorg wordt aangewakkerd als er zaken zijn die eerst als ongezond werden bestempeld en toch niet zo slecht waren als we dachten. Zo zijn feiten en fabels ineens veel moeilijker van elkaar te onderscheiden. Eieren en boter zijn daar een voorbeeld van (eerst ongezonde, nu gezonde voeding). Ook E-nummers zijn daar een goed voorbeeld van. Dagnelie: “Het klopt dat alle E-nummers zijn onderzocht, maar wat weten we over het gebruik op lange termijn? Dat is niet van alle stoffen precies bekend. Aan mensen met overgewicht wordt bijvoorbeeld aangeraden om de suiker in de thee te vervangen voor een zoetje om de calorie-inname te beperken.”
Hij vervolgt: “Maar dat zoetje bestaat vaak uit het E-nummer E951, oftewel aspartaam. In het wetenschappelijke tijdschrift Nature verscheen in 2014 nieuw onderzoek waaruit naar voren kwam dat aspartaam de darmbacteriën beïnvloedt en daardoor bij proefdieren zou kunnen bijdragen aan het ontstaan van diabetes.” Als officieel goedgekeurde stoffen tot discussie leiden in de wetenschap, schaadt dat het imago van officiële adviezen, studies en onderzoeken. ‘Ze zeggen zoveel, morgen zeggen ze weer wat anders.’ En zo verdwijnen goede adviezen over gezonde voeding met gemak in de prullenbak van ons brein. En het tegenovergestelde: blijven slechte adviezen in ons brein bewaard!
Hoe weet je of adviezen kloppen?
Informatie kritisch tegen de lamp houden is dus essentieel bij nieuws over gezonde voeding en ongezonde voeding. Wees je bewust wáár je het nieuws leest en wie het zegt. Dagnelie: “Je moet niet vergeten dat ook de wetenschap afhankelijk is van publiciteit. En veel media richten zich vooral op een boodschap die goed verkoopt. Als je als wetenschapper onderzoek doet met product A en dat blijkt niet het verwachte effect te hebben – anders gezegd: ‘er komt niets uit’ en dat komt veel voor – probeer het dan maar eens te verkopen als interessant.” Andersom gebeurt dit ook. Als uit een onderzoek over een populair onderwerp slechts een klein resultaat naar voren komt, wordt dit breed opgepakt. Gezonde adviezen als ‘beweeg meer’, ‘eet gevarieerd’ en ‘slik vitamine D’ gaan er niet zo goed in omdat je wat éxtra’s moet doen.
Adviezen als ‘Eet elke dag chocolade’ worden daarentegen breed omarmd. “Als je al dol bent op chocolade, is dat een reden om rustig door te eten. Maar als je nooit beweegt en dit ineens moet gaan doen, is dat een behoorlijke stap. Hier komt weer bij kijken dat als het niet in jouw straatje past en je er ook nog eens moeite voor moet doen, het niet blijft hangen.”
Het draait om gezond verstand
Ons advies en die van Dagnelie om beter onderscheid te kunnen maken tussen gezonde voeding en ongezonde voeding? Niet zwart-wit denken. “Probeer breder te kijken. We moeten af van een beperkte tunnelvisie. Doe daarbij alles met mate en blijf vooral je eigen gezonde verstand gebruiken.” In de wereld van informatie over gezondheid draait dus alles om een gezond verstand en een scherp brein. En helaas, soms even streng zijn voor jezelf, terwijl je de makkelijke weg had willen kiezen. En qua gezondheidsnieuws is het net als met reclame: als het te mooi klinkt om waar te zijn, is het vaak ook niet waar.
Dit artikel over de zin en onzin van gezonde voeding verscheen eerder in gezondNU.