Pel de sjalotten en halveer ze in de lengte. Schil de wortel en pastinaak en snijd ze in stukken van drie centimeter (dikke wortels en pastinaken eerst in de lengte een of twee keer doorsnijden).

De bieten gaan in parten. Houd ze apart.

Pel en hak de knoflook grof. Halveer de grootste champignons.

Verhit de olie in een braadpan met dikke bodem en fruit de sjalotten en knoflook op laag vuur tot ze zacht worden.

Voeg de peen, pastinaak, laurier en tijm toe en bak alles op middelhoog vuur (af en toe omscheppen) vijf minuten mee.

Voeg de tomatenpuree toe en laat dit nog een minuutje meebakken. Daarna kan er wat zout en peper, de wijn en de bouillon bij.

Breng alles aan de kook en laat het daarna op laag vuur met de deksel op de pan zo’n twintig minuten pruttelen.

Bak ondertussen de champignons apart in een koekenpan en voeg ze na tien minuten samen met de bietenparten toe aan de stoof.

Breng opnieuw alles aan de kook en laat het verder gaar sudderen.

Voeg indien nodig wat meer bouillon toe zodat de groente half onderstaan. Leng het zetmeel aan met wat water of bouillon en voeg het al roerend door de stoof om het vocht licht te binden.