Kook water in een diepe pan. Maak kruisjes in het vel van de tomaten en dompel ze in het kokende water. Spoel ze koud af en verwijder de velletjes.

Snijd de tomaten in vieren en verwijder het vruchtvlees, hak ze in blokjes en mix ze in een keukenmachine tot een gladde massa. Laat de tomatenpuree verder afkoelen.

Ga nu aan de slag met het pizzadeeg. Zeef de bloem samen met (eventueel) zout. Schep de gist erdoorheen en voeg het water toe.

Kneed het vervolgens tot een soepel deeg. Leg het deeg in een kom onder een vochtige doek en laat een uur rijzen.

Ga ondertussen verder met de groente. Snijd de witlof in reepjes en de bieten in blokjes. Verhit olijfolie in een koekenpan en bak de groenten in tien minuutjes al omscheppend goudbruin.

Verwarm de oven op 220 graden.

Meng de tomatensaus met de crème fraiche en breng op smaak met peper en eventueel zout.

Verdeel het deeg in vieren en rol de kwarten plat uit. Leg de pizzabodems op een bakplaat die bekleed is met bakpapier.

Smeer een laagje tomatenmengsel op de pizzabodem. Beleg ze met gebakken witlof en bieten. Eindig met verbrokkelde geitenkaas.

Bak de pizza in de oven in twintig minuten lekker krokant. Serveer ze met veldsla als topping.