Snijd de pompoen in blokjes en kook ze in tien minuten bijna gaar. Giet af en breng op smaak met zout en peper. Zet de pompoen even apart.

Breng ondertussen in een grote pan water aan de kook.

Haal de buitenste lelijke bladeren van de savooiekool. Pak acht mooie bladeren van de kool af.

Kook deze tien minuten, giet ze af en spoel ze af met koud water.

Hak de walnoten fijn en snij de lente-uitjes in ringen.

Haal de middennerf uit de kool en maak per koolblad twee rolletjes.

Vul deze met een deel van de pompoen en walnoten.

Breng in dezelfde pan de groentebouillon aan de kook.

Snijd de kastanjechampignons in vieren en voeg deze toe aan de bouillon. Laat ze vijf minuten mee koken.

Plaats de rolletjes in vier soepkommen samen met de overgebleven pompoen.

Schenk de bouillon samen met de champignons op de koolrolletjes en garneer met de achtergehouden walnoten, lente-ui en daikon cress of een andere soort cress naar wens.