Als je pijn hebt of met een blessure kampt, lijkt het in eerste instantie misschien verstandig om even niet te sporten. Toch geven artsen steeds vaker het advies om vooral in beweging te blijven. Maar hoe doe je dat zonder je nog meer te blesseren? En zijn duizelingen, pijn en vermoeidheid stopsignalen of moet je vooral doorgaan?
1. Houd je sportieve doelen klein
Het gaat er niet om dat je iets presteert, het belangrijkste is dat je beweegt. Houd je sportieve doelen klein en neem soms letterlijk kleine stappen. Belangrijk is dat je niet teleurgesteld in jezelf raakt omdat het toch niet lukt. Succes behalen versterkt vaak het plezier in sport. De grootste winst is dat je je lichaam beter leert kennen en je grenzen leert ontdekken. Als je die kent, kun je binnen je eigen mogelijkheden je conditie opbouwen. Weet ook dat je niet altijd fanatiek hoeft te sporten. Voor je gezondheid is het zelfs beter om elke dag een beetje te bewegen dan drie keer per week intensief.
2. Neem op tijd rust om te herstellen
Je hoeft niet meteen ‘goed’ te presteren als je begint met sport en beweging. Het gewoon doen, is eigenlijk al de grootste prestatie. Goed om te weten: mensen die nooit actief zijn, profiteren het meest van in beweging te komen. Het is dus nooit te laat om te gaan bewegen. Maar wanneer ben je goed en gezond bezig? Mensen die ondanks moeheid heel rustig in beweging komen, signaleren dat ze uiteindelijk steeds wat meer energie krijgen, beter slapen en zich beter kunnen concentreren. Als je beweegt op een manier die goed is voor jou, dan krijg je er energie van, ook geestelijk. Ben je de dag na je training een stuk vermoeider en nog niet hersteld? Dan ben je te ver gegaan. De volgende keer iets rustiger aan doen. Wees je ervan bewust dat je beter gaat presteren als je ook op tijd rust neemt om je lichaam te laten herstellen.
4. Zet je ‘pijnverwachting’ even opzij
Pijn is zelden een reden om helemaal niet meer te bewegen. Vroeger werd dat wel gezegd. Als je een hernia had, moest je bedrust nemen. Dat is echt achterhaald. Sterker nog, we zijn erachter gekomen dat bewegen vaak een manier is om te herstellen van pijn. Pijn is dus geen reden om niet te bewegen, wel om anders te gaan bewegen. Door te blijven bewegen, is meestal veel terug te winnen. Je moet alleen om je lichamelijke grenzen heen zien te bewegen. Vraag jezelf daarnaast af in hoeverre je echt pijn hebt of dat het gaat om angst. Vaak gaan mensen bij voorbaat al bepaalde bewegingen uit de weg, omdat ze bang zijn om pijn te krijgen. Maar pijn is vaak grillig en kan nogal verschillen van dag tot dag. Het kan dan heel goed zijn om je ‘pijnverwachting’ even opzij te zetten en gewoon te gaan bewegen. Doe rustig aan. Kijk stap voor stap waar je uitkomt. Als je op die manier heel erg in het nu kan zijn en je jezelf niet laat dirigeren door de angst voor pijn, kan je soms meer dan je zelf dacht. Voor sommige mensen werkt het goed om een kleur toe te kennen aan hun pijn. Heel heftige pijn, rood, is een teken om te stoppen. Met groen kun je nog wel even doorgaan.
4. Laat je niet tegenhouden door een moe gevoel
Als je intens moe bent, is het slim om naar de huisarts te gaan om te checken of je geen bloedarmoede hebt. Over het algemeen kan bewegen bij vermoeidheid medisch gezien geen kwaad. Sterker nog, vaak is het een manier om de cirkel te doorbreken en weer energie terug te krijgen. En wat als je futloos bent na een flinke griep? Tja, dan kan het wijs zijn om toch even meer rust te nemen en bijvoorbeeld te gaan wandelen in plaats van hard te lopen. Het is soms even zoeken, maar voor iedereen is er een passende manier van bewegen te vinden. Moeheid kan uiteraard ook duiden op een ‘gewoon’ gebrek aan conditie. Binnen de inspanningsfysiologie wordt vaak onderscheid gemaakt tussen frisheid en fitheid. Fitheid staat voor je algehele conditie. Bij iemand die wekelijks sport, mag je aannemen dat die conditie in basis goed is en dat je daar ook altijd wel op terug kunt vallen. Daar zitten dus geen grote pieken en dalen in. In tegenstelling tot je frisheid. Als je eens een avond slecht slaapt of te veel alcohol drinkt, dan merk je dat de volgende dag aan je lichaam. Je bent minder scherp, minder fit. Dat is je frisheid. Die is veel wisselvalliger en kan van dag tot dag verschillen. Alhoewel die frisheid niets afdoet aan je basisconditie, kan het je wel in de weg staan om goed te presteren.
5. Luister naar je lichaam
Als je snel duizelig wordt bij het omhoog komen of makkelijk je evenwicht kwijt raakt, moet je daar zeker rekening mee houden en kijken hoe je ondanks dat wél in beweging kan blijven. Afgezien van pijn op de borst, wat echt een alarmsignaal is, zijn er weinig redenen om stil te gaan zitten. Word je duizelig, trillerig of zijn je spieren heel slap? Luister dan wel naar je lichaam en ga op een rustig tempo verder, neem pauze of stop je activiteit. Em onthoud dit: Het is veel belangrijker dat je een beweging op een goede manier maakt, dan dat je jezelf bijvoorbeeld lang in dezelfde houding forceert.