Het grootste cadeau is je gezondheid. En laat dat nu net iets zijn dat je niet afdwingt. Of toch wel? We geven je oplossingen tegen vijf hardnekkige winterkwaaltjes. Verlichting in de winter zit soms gewoon in kleine dingen: je ramen op een kiertje, een banaan in je tas en even een dagje niets.
Cadeau 1 – geef je darmen rust
Heb je al dagenlang te veel gegeten? Dan doe je je darmen een groot plezier met een dagje rust. Noem het een balansdag. Noem het vasten-light. Noem het: genoeg is genoeg.
Plan je dagje ‘matig’ eten: maak een dagmenu en houd je daaraan. Zorg dat op je dagmenu extra vezelrijke voeding staat en drink ook meer dan anders. Vezels zorgen voor een stabielere darmbeweging. Ze zitten niet alleen in brood, maar ook in fruit en groente. Dit zijn de zachte, oplosbare vezels (prebiotica). Als je meer vezels eet, moet je ook meer drinken. Vezels nemen namelijk vocht op in de darmen. Als je te weinig drinkt, krijg je bij het eten van extra vezels juist last van méér verstopping. Ook een dagje rijstvasten kan een aanrader zijn. Het is een milde manier van vasten: je hebt wat te kauwen en het lichaam krijgt ‘wat’ binnen.
Cadeau 2 – geef je longen lucht
Schimmels in huis kunnen leiden tot ademhalingsproblemen. Ook verhoogt het mogelijk de kans op astma. Gemiddeld wonen er zo’n tien verschillende schimmelsoorten in huis.
Schimmels vind je vooral in vochtige huizen met slechte verwarming en weinig ventilatie. Vocht is een belangrijke oorzaak van schimmelgroei. Dit is vaak het geval bij verouderde huizen die niet goed zijn geventileerd. Vaker het raam openzetten en je huis goed onderhouden zijn belangrijk om schimmelgroei tegen te gaan. Ventileren heeft als tweede voordeel dat de lucht in huis niet te droog wordt. Bij droge lucht komt sneller stof vrij dat gaat zweven. Mensen met een allergie reageren op het stof. De spiertjes rond de luchtwegen trekken samen, de slijmvliezen zwellen op en maken meer slijm aan. De luchtwegen worden daardoor nauwer, waardoor ademen lastig wordt. Zelfs een astma-aanval kan hierdoor worden uitgelokt.
Cadeau 3 – geef jezelf energie
Om te presteren hebben we energie nodig. Dat halen we uit onze slaap én uit ons eten. Eten lijkt soms echter meer energie te kosten dan het je oplevert. Je voelt je eerder moe na het eten dan energiek.
Dit vermoeide gevoel heeft alles te maken met het stijgen en dalen van je bloedsuikerspiegel. Je bloedsuikerspiegel is de hoeveelheid glucose die in je bloed zit. Glucose is een belangrijke brandstof voor je cellen en krijg je binnen via de koolhydraten in je eten (de suikers en het zetmeel in je brood, pasta, aardappelen, fruit, groente en peulvruchten). Alle koolhydraten verhogen dus je bloedsuikerspiegel, maar dat doen ze niet allemaal even snel. Je hebt snelle en langzame koolhydraten. Hoe langzamer je bloedsuiker stijgt, hoe beter, want als je bloedsuiker snel stijgt en daarna weer snel daalt, krijg je veel pieken in je bloedsuikerspiegel. Hoe stabieler je bloedsuikerspiegel is, hoe fijner je je voelt en hoe meer energie je hebt. Langzame koolhydraten zorgen voor een constante bloedsuikerspiegel, wat je een fit gevoel oplevert. Deze koolhydraten zitten in havermout, peulvruchten, groente en volkorenproducten.
Cadeau 4 – geef je hormonen een uitweg
Hoofdpijn, boze buien en zeurende trek: de PMS-dagen zijn weer aangebroken. Wat te doen? Eet bananen en boontjes. Anders eten kan een groot effect hebben op je PMS.
Voor de menstruatie verandert het hormoonevenwicht in het lichaam. Dit leidt tot al die herkenbare PMS-klachten. Hoeveel trek je ook hebt, snoepen brengt je van de regen in de drup. De suikers veroorzaken meer schommelingen van de glucosespiegel in het bloed, waardoor je extra stemmingswisselingen krijgt. Wat kun je beter wel eten? Voor de aanmaak van hormoonachtige stoffen heeft het lichaam voedingsstoffen nodig zoals gamma-linoleenzuur (GLA). Dit vetzuur zit minimaal in onze voeding. Het lichaam moet het dus zelf aanmaken. Dat lukt niet onder alle omstandigheden. Zo belemmeren geraffineerde graanproducten, witte suikers, verzadigde vetten en transvetten de omzetting van linolzuur in GLA. Ook een tekort aan vitamine B6 en de mineralen magnesium en zink verhindert de omzetting. Je moet dus gezond eten om je lichaam de kans te geven voldoende GLA aan te maken.
Verrijk je eten rond je menstruatie daarom allereerst met gezond vet. Eet olijven, (wal)noten, zaden, vette vis en plantaardige oliën. Denk vervolgens aan je magnesium, dit zit in zilvervliesrijst, peulvruchten, noten, vis, groene bladgroenten, bananen en pure chocolade. Voor je zinkvoorraad kun je peulvruchten en noten eten, maar ook zaden, vlees, vis, schaal- en schelpdieren en eieren. En denk ten slotte aan B6, dat vind je in avocado, bananen, aardappelen, groenten, vis, vlees, eieren, pinda’s, (wal)noten en zaden.
Cadeau 5 – geef je huid vettigheid
De huid voelt in het najaar en de winter droog, ruw en strak. Soms zitten er zelfs kloofjes in. Heet douchen, guur weer en de verwarming drogen allemaal de huid uit, en in de winter is dit allemaal aan de orde.
De belangrijkste manier om de huid te ondersteunen en beschermen, is zorgen voor voldoende rust (slaap!), goede crèmes en eten met voldoende omega-vetzuren. Deze vetzuren voeden de huid van binnenuit en zijn goed voor de elasticiteit en vochtbalans. Je vindt deze vetzuren in vette vis en plantaardige oliën zoals olijfolie, koolzaadolie en teunisbloemolie.
In huidcrèmes zitten vaak de vitamines E en A en die haal je natuurlijk ook gewoon uit je voeding! Eet daarom oranje (bètacaroteen!), deze stof wordt in je lichaam omgezet in vitamine A. Zet altijd bladgroentes, granen, noten, wortelen en paprika’s op je menu. Je huid is je dankbaar. Tot slot: wassen is lekker fris, maar elke dag zeep is niet handig. Ontzie je huid en gebruik alleen water.